zondag 25 december 2011

Eerste Kerstdag 2011

Deze kerst hoef ik voor het eerst niet te werken in tien jaar. En wat doe ik dan zoals voor Nuttigs op een dag als deze? 

NIETS! HELEMAAL NIETS!


donderdag 22 december 2011

Count your blessings

Ik heb vakantie, hoe heerlijk is dat!? Okee, ik moet dan één dagje werken volgende week, maar a. ik HOU van mijn werk, dus dat voelt niet echt als werk, b. het is wel even lekker om niet net na het nieuwjaar meteen een hele hoge stapel werk te vinden. Ik kan even mooi wat wegwerken en c. wat moet ik in vredesnaam allemaal doen, elf vrije dagen? Dan breekt het de lange week net even lekker :-)


Zo aan het einde van het jaar tel ik mijn zegeningen. Ik doe dat eigenlijk wel dagelijks, maar zet het alleen niet altijd hier neer. Maar, ik kan met grote vreugde concluderen dat ik een zeer, zéér gelukkig mensch ben. Wat gebeurde er allemaal dit jaar waar ik blij en dankbaar voor/mee ben?



  • Ik ben het gehele jaar gezond gebleven, net als de rest van de mannen hier in huis. Geen botbreuken, geestelijke ongezondheden, hernia's, of andere vreselijke zaken die een mens kan overkomen. Ik ben bijzonder blij dat ik gewoon kan doen en laten wat ik wil, zonder iemand daar hulp voor te moeten vragen. Dat is een groot goed. 
  • Onze familie werd uitgebreid met een mooi meisje, Mare. Zij is alweer zeven maand. Met ingang van 1 februari ga ik één dag per week op haar en haar grote broer Dane passen. Ze wonen 25 km hiervandaan, dus ik zie ze niet wekelijks, en ze zijn aan het puberen voor ik er erg in heb. Dat zou ik bijzonder jammer vinden. Gelukkig waren mijn broertje en schoonzusje er ook voor te porren. Ik heb er zin in! 
  • Jongste heeft jaren lopen knokken op school; hij is dit jaar blijven zitten in de tweede klas. Hij is er helemaal van opgebloeit! Natuurlijk komen er bij hem nu ook wat puberperikelen bij kijken, maar dat doubleren is een goede keus geweest. Hadden we het maar eerder gedaan.
  • Jongste heeft een overstap gemaakt van het voetbal naar de motor-zijspancross. Niet iets waar je moederhart in eerste instantie sneller van gaat slaan, maar ik zie wel hoe blij hij er van wordt, en daar wordt ík dan weer blij van. Niets mooier dan je kind in zijn element te zien!
  • Oudste zit tot het puntje van zijn neus in de puber-hormonen. Ja. Hij drijft mij soms tot waanzin, maar ja, ik ben ook enorm trots op hem. Het hangt er nog een beetje om of hij al dan niet gaat slagen voor zijn examen dit jaar, maar ondertussen is het ook een schat van een jongen. Hij is hevig in love met Meisje B. en ik zie hem gewoon groeien als zij hier is, heerlijk. Hij zal er nog even flink aan moeten trekken dit jaar op school, maar goed. Ik heb geen zin in ge-emmer daarover. Ik wijs hem er op, en verder moet hij het zelf maar doen. Ik wil hem helpen, altijd. Maar ik zie hem worstelen tussen Leuke Dingen en Belangrijke Dingen. Hij moet zijn eigen weg vinden. En ja, hij moet zelf aan de bel trekken als hij mijn hulp wil. Ik leer bijzonder veel over mezelf ook; het is een hellend vlak, pubers in huis. Wanneer grijp je in, wanneer laat je het hem zelf uitzoeken. Het is in ieder geval nooit saai.
  • Ik kreeg een nieuwe baan. Jeeh! Ik ben er ongelofelijk blij mee. Ik ben nu wel geland, het waren de eerste drie maanden hectische dagen. Maar in een korte evaluatie in het team blijkt dat het team blij is met mij en dat ik aan alle verwachtingen voldoe. Dat is mooi, want als ik waardering krijg, floreer ik. Als dat niet het geval is, verpieter ik. Ik kan goed met mijn directe collega opschieten, we hebben een skitterend nieuw kantoor, van mijn baas krijg ik ook enkel lof, dus ja, daar word ik wel blij van! En: alle weekenden vrij is na tien jaar ook wel heerlijk!
  • In een gedicht voor Sinterklaas dwong ik Prins min of meer om mij ten huwelijk te vragen. (Als hij het niet wilde, zou hij het niet doen hoor!) We hebben het hier al bijna twee jaar over: we zijn niets van elkaar, wettelijk en fiscaal gezien. Voor de kinderen is alles geregeld, voor het huis ook, maar toch.. Als ik dood ga, wil ik Prins graag ook in deze netjes verzorgd achterlaten en ik word zelf ook graag goed achtergelaten, als het dan persee moet. Prins overtrof mijn stoutste verwachtingen: Hij ging op zijn knieën en vroeg mijn hand ten overstaan van onze dierbaren. Hoe koel was dat! Ook leuk zijn de reacties die we er op krijgen, hartverwarmend! En dat terwijl we er niets aan doen, gewoon op maandagochtend naar het gemeentehuis en klaar is Klara. Nou ja, misschien dan toch een leuk feestje met dierbaren in het voorjaar..
  • Bij Prins zijn zusje werd begin december een flinke tumor (doorsnee 14 cm) ontdekt, wat een schrik was dat. Ze werd geopereerd, haar halve lever werd haar ontnomen, maar gelukkig bleek alles goedaardig te zijn en is ze nu gestart op een lange weg naar volledig herstel. Gelukkig gaat alles volgens verwachting, maar de weg is nog wel lang. Blij zijn wij dat ze volledig zal herstellen, en werden we nog maar even met onze neus op het feit gedrukt dat het fijn is om familie te hebben. Onze relatie met schoonzus en zwager gaat niet heel diep, maar we zijn er voor elkaar bij ellende, en dat is een fijn gevoel.
  • Afgelopen weekend gingen Prins en ik dan eindelijk met ons tweetjes naar Berlijn. Het was geweldig, we hebben ontzettend genoten. Wat is het toch fijn om even met zijn tweetjes weg te zijn. Er gaan weken voorbij dat ik mijn collega's bij wijze van spreken meer zie dan Prins. Maar goed, dat houdt de relatie fris, zeg maar.
  • De mama's en de papa's zijn alle vier nog in goede gezondheid. Dat is ook wel eens anders geweest. En ja hoor, ook wij hebben wel eens ge-emmer met onze papa's en mama's. Maar: ze zijn er nog en we koesteren hen. 
  • En: heel banaal, maar: De uitverkoop komt er weer aan! Jeeeh! Daar word ik oom bijzonder blij van. Elk jaar op de dag voor kerst ga ik naar een plaatselijke dure kledingboer, en sla mijn slag. (Dit loopt niet in de honderden euro's hoor) Het hoort een beetje bij kerst voor mij en dit jaar gaat Oudste mee. 
Kortom: Ik heb niets te wensen over!

zondag 11 december 2011

Lui wief

In beginsel ben ik een donders lui wief. Ik kan het ook niet helpen, ik heb waarschijnlijk de genen geërfd. Maar in tegenstelling tot de voornoemde ontmaskering, kan ik mij zeer goed voor doen als zijnde Bezig & Druk. Nu bén ik ook wel heel regelmatig Bezig & Druk, maar dat is geen keuze. Vaak, als mensen denken dat ik Bezig & Druk ben, ben ik éigenlijk aan het cocoonen. Want dáár ben ik heel erg goed in. Ik denk wel zo'n beetje de beste, eigenlijk. (Ik moet hier even zeggen dat ik het heb over mijn vrijetijdsmodus, niet als ik op mijn werk ben, natuurlijk. Ik heb werk voor 36 uur, en prop dit zo'n beetje in 24 uur. Maar dit geheel terzijde)


Vroeger. Vróeger was ik wel een Bezig Bijtje. Ik had áltijd álles 'aan kant'. De was was bijgewerkt en lag in de kasten in stapeltjes waar je met een lineaal langs kon. Als ik de ramen waste, waste ik meteen de valletjes (die had je toen nog) mee. En strijkte ze ook natuurlijk. Als ik de badkamer poetste, deed ik meteen de muren én het plafond mee. (Echt? Echt.) De kindertjes hadden schone kleertjes aan, zelden een opgedroogde snottebel, en werden op vaste (vooral váste) tijdstippen gevoederd, gebadderd, gepoetst en al wat dies meer zij. Ja, ik had het allemaal zeer goed onder controle. Jammer dat ik eigenlijk niet zo'n leuk mens was. Ik was een goede moeder, daar ben ik van overtuigd. Maar ik was niet zo'n leuke vrouw-van, zus-van, vriendin-van en dochter-van. Máár, ik had wel alles aan kant.


Nu ben ik zo'n twaalf jaar verder, en wat is de stand van zaken? Ik strijk nooit, alleen als het uiterst noodzakelijk is. (vanmorgen toevallig nog een kek rokje vergupt; te heet gestreken). Ik was zo'n 3 á 4 keer per jaar de ramen. (valletjes heb ik godzijdank niet meer) De badkamer, uhm.. moet ik het daar persee over hebben? De kinderen hebben nog steeds nimmer een opgedroogde snottebel, maar dat is niet mijn verdienste.


Ik merk dat ik veel minder geduld heb. Ook (of misschien wel juist) met de kinderen. Wel hier en gunder: ik heb óók een leven en ja, óók gevoel. Van nul tot honderd kan vooral Oudste goed momenteel, maar dat heeft ie niet van een vreemde. Zo staan wij meerdere keren per week als een stel kemphanen tegenover elkaar. Maar gelukkig kunnen we beiden ook heel snel van 100 naar 0. Of 5. Of 10, ook prima. 


Ontbijten moet eigenlijk van mij, maar ik ga er geen pressie meer op uitoefenen. Soms ben ik zelf al weg, soms lig ik nog tussen de zure lappen in bed als zij naar school gaan. Het probleem is van eigenaar gewisseld: Wanneer de jongens niet ontbijten, hebben zij honger, ik niet. Liever de keuze bij henzelf laten, dan een hoop strijd in de vroege ochtend. (Wij zijn geen van allen ochtendmensen, dus dat werkt niet) Lunch is hun eigen pakkie-an; Er ligt brood voor hen klaar, en in geval van nood wil ik wel een helpende had toesteken, maar ik vind dat ze oud & wijs genoeg zijn om zelf hun brood klaar te maken voor school. Avondeten wordt op zeer onregelmatige tijden opgediend. Op donderdag traint Oudste de E-tjes, en moet dus vóór 18 uur al weg, dus op die dag moet er op tijd gegeten worden. Bah, maar ja, niets aan te doen. Soms eten we om half zes, maar soms ook om zeven uur. Net hoe het uit komt. In de weekenden is het helemaal een ongeregelde bende. Ik bedenk me meestal om 18 uur dat ik trek begin te krijgen, en dan dus nog helemaal niet over het eten heb nagedacht. Slecht? Ja, een beetje wel en ook wel een bron van schaamte voor mij. Want diep- heel diep van binnen wil ik eigenlijk uitgebreid kokkerellen, en een heerlijk maal bereiden. Maar. Ik kan eigenlijk heel slecht koken. Dat is geen goede match, helaas.


In tegenstelling tot 'vroeger', toen ik alles (op het koken na dan, dat ging toen ook al niet al te best) helemaal tot in de puntjes geregeld had, ben ik tegenwoordig een prettiger mens. Met hier en daar een bui, ja, dat wel. Maar je kunt wel met mij lachen en ik sta vaker in de relax-stand dan in de stress-stand. Dat is wel fijn. Voor iedereen.


Nadat ik gisteren de gehele dag had lopen lantefanteren, op een verjaarsvisite na, vond ik dat het genoeg was. Het was zaterdagavond 21.45 uur, Prins was naar een feest, de kinderen waren hun eigen dingen aan het doen, ik keek om mij heen en vond het ineens zo'n zooi..! Als ik nu terug kijk, viel het eigenlijk best wel mee, maar ja. En áls ik dan iets doe, dan doe ik het goed. Over twee weken is het kerst, dus daar meteen maar iets aan doen. Nog geen kerstboom, maar die komt er mischien maar eens helemaal niet dit jaar. 


    


  

 



Wel jammer dat het dan ook meteen twee uur 'snachts is als ik klaar ben. Organiseren is niet mijn sterkste punt. Maar dat zei ik al..

vrijdag 9 december 2011

Nieuwe telefoon

Ik heb een nieuwe telefoon. Een SMARTphone, om precies te zijn. Dat is een hele tijdsinvestering. Oudste wilde gelijk What'sApp installeren, dat is het niet gelukt. Dat kwam omdat ik eerst een google-account moest instellen. Denk ik. Ik weet het niet zeker. Wel weet ik nu zeker dat What'sApp nu op mijn foon staat. Hoera ende hoezee, helemaal alleen voor elkaar gebokst. Vraag me alleen niet hoe.


Ik kan nu ook via Wifi. Helemaal zelfs gedaan. Vraag niet hoe. Ook heb ik een barcode scanner en een agenda. Voor gratis. (hoop ik) Maar vraag me niet hoe ik het er op heb gekregen en hoe ik het moet gebruiken. Dat weet ik niet.


Wat ik wél weet, is dat ik de gehele ochtend vergupt heb, terijl ik éigenlijk de was moest vouwen, de plee moest schrobben, de zooi moest opruimen, een verjaardagskadootje voor De Neef Van Eef moest kopen, en sokken voor schoonzus die helaas in het ziekenhuis ligt. Dat alles heb ik niet gedaan, nee. Maar: de dag is nog lang niet voorbij. En er komen soms geheel onverwachts geluiden uit mijn telefoon die ik dan uiteraard moet onderzoeken. Of het is een What'sAppje van Oudste, of een sms van iemand die ik mijn nieuwe nummer stuurde. Maar het laatste geluidje kan ik niet definieren. 


Wel werd ik plotseling gebeld. Ik zag in het scherm dat het het nummer was van de mobiel van mijn schoonouders (allebei rond de zeventig). Ik wist gewoon niet hoe ik moest opnemen! Dus drukte ik ze weg. Per ongeluk natuurlijk. Waarna ik ze trachtte te bellen. Dat lukte. Ik hoorde ze praten, en riep: "Hallo! Ik heb jullie aan de draad!" (wat natuurlijk niet waar is, want er komt geen draad aan te pas) Maar wat nu zo mooi was, was dat we alledrie in het zelfde schuitje zaten. Zij waren aan het hannesen om mijn nieuwe nummer in hun bakelieten gsm uit 1910 (bijna nog met antenne) te krijgen, en ik was aan het hannesen om mijn nieuwe telefoon enigszins te doorgronden. Ik vond het een mooie parallel. Zij kunnen met moeite de techniek van überhaupt draadloos bellen volgen, maar doen hun best. Ik kan amper het Android-systeem volgen, maar doe mijn best. En zo zaten twee generaties beiden te knoeien om iets nieuwerwets onder de knie te krijgen. Hoe mooi!


Maar ondertussen maak ik mij zorgen dat ik niet per ongeluk binnen mijn bundel mijn MB's zit te verkwanselen. Ik heb niet voor niets Wifi in huis. Kan iemand mij zeggen of ik dit kan zien, tussen al die onbegrijpelijke symbolen? De vorige keer dat ik mijn simkaart in een smartphone douwde, zat ik direct bijna € 50,- boven mijn bundel. Maar dat kwam ook omdat ik geen internetbundel had natuurlijk. Maar ook nu heb ik geen onbeperkte bundel. (of zit ik nu weer te zemelen?) Ik vind het zo vreemd dat ik hier nooit iemand over hoor.. Iedereen doet maar en doet dit zonder probleem. Ben ik nu dom, of is de wereld om mij heen zo slim?


Maar nu: Aan de slag! Alleen nog die agendaApp goed instellen.. 

woensdag 7 december 2011

Ingewerkt?

Inmiddels ben ik alweer drie maanden aan het werk in mijn nieuwe baan, die inmiddels dus al niet zo nieuw meer is. Dat gaat heel fijn. Of, heel fijn.. ik heb al wel een aantal strubbelingen gehad, maar dat mag de pret niet drukken, dacht ik zo.


Zo werd er de gehele maand oktober een teamlid uitgeleend aan een andere locatie. Dit hoorde ik toen ik aan mijn derde werkdag bezig was. Maar, "Vreest niet", zei men, "We hebben vervanging. Bel haar maar om werkafspraken te maken." Aldus geschiedde. De vervangster kon alle diensten van voorgenoemd teamlid draaien. Hoezee! Er kwam echter een kink in haar persoonlijke situatie. Kon ze toch niet werken. Niet één dienst om precies te zijn. Ik begreep haar volkomen, daar niet van, maar zat ondertussen met enorme gaten in het rooster. Lang leve de invalkrachten, zeg ik. Maar het was wel even een geregel. Welkom in je nieuwe job.


Er is één nadeel aan dit team: Het zijn alleen maar wijvenvrouwen. Tien, om precies te zijn. Die bijna allemaal al jaren en jaren samen werken. Dat is een mooi voordeel, maar het geeft ook een hoop geklets. Dat mag. Zolang het binnen de lijntjes blijft. Dat was een tijdje niet het geval. Slachtoffer was een nieuwe collega die kort voor mij het team kwam versterken. Ik snap dat er gekletst moet worden, dat hoort bij wijvenvrouwen blijkbaar, maar ik vind dat ieder zich veilig moet voelen binnen een team. Het kwam tot een kleine uitbarsting in een teamvergadering. Dat was niet leuk. Dat was juist erg vervelend. Maar; het klaarde de lucht wel weer. Even. Want betreffend teamlid pikte het niet, en solliciteerde de zelfde dag nog. Ondertussen was de soap op Onze Locatie natuurlijk verder gegaan, en daar leken we allemaal toch nog aardig goed uit te komen. Ook de Sollicitant. Want ze werd aangenomen voor de andere baan. En zo kwam ze toch nog in een dilemma terecht. Should I stay or should I go? Het werd een lastig weekend voor haar, maar wél nadat ze de heuglijke mededeling bij mij had neergelegd. Waardoor ik weer in een spagaat kwam: Ze had mij iets in vertrouwen verteld, maar het ging Onze Locatie ook aan. In hoeverre ga je hier daadwerkelijk vertrouwelijk mee om? Ik heb haar telefonisch verteld dat ik het wel met Baas en Collega zou bespreken. Maar wel in de grootste discretie. Dit snapte ze. Ze onderhandelde met het mes op tafel bij de andere werkgever, en sleepte er een leuke studie bij uit. Mooi voor haar, jammer voor ons. Maar het voelde wel prettig toen ze zei dat ze in een soort van opwelling had gesolliciteerd maar het toch lastig vond om te vertrekken, omdat ze met mij in ieder geval prettig had samengewerkt en ze vond dat ik het goed had opgelost, alle roddel en achterklap. Fijn. Baas vond ook dat ik het probleem goed had 'getackeld', ik hartje schouderklopjes.


Vorige week was Baas aanwezig bij een teamvergadering; hij had iets te zeggen over de afgelopen perikelen en hij had een heugelijke mededeling. Hij wilde echter bij de gehele vergadering zijn. Prima. Slik. Het voelde een beetje als examen, dat wel. Met klamme handjes opende ik de vergadering, maar gaandeweg werd het meer ontspannen. Ik kreeg wederom een compliment na afloop. Fijn!


Ik ben druk bezig met het team zover te krijgen dat ze zich meer inspannen om voldoende pauze te nemen. Dit lukt niet altijd, dat weet ik zelf ook. Maar het heeft ook te maken met een Mindset: Reageer je direct op elk belletje, dan ben je ongelofelijk druk. Ik ben voorstander van het je bewoners zo prettig mogelijk te maken. Maar dit wil niet altijd zeggen dat je direct in de houding springt. En dáár nu, wringt de schoen. Alle dames in het team zijn echte Florence Nightingales. Mooi. Maar ook lastig. Tegelijkertijd hebben ze soms het gevoel een soort van veredelde slaaf te zijn geworden voor sommige bewoners. Ik vind dat je daar als werker heel veel zélf in kunt doen. Op die manier wordt het én prettig voor bewoners, en werkbaar.


Omdat ik altijd zo loop te hameren op het belang van pauze (lanterfanterij brengt vaak goede dingen voort), kwamen twee teamleden een week geleden bij mij. De één zei: "Mijn dienst zit erop, de zorgassistent is er vandaag niet, en zij (wees op collega) moet pauze nemen." Ik was even uit het veld geslagen en vroeg: "Uhm. Én?" "Ja, kun jij even de pieper overnemen?" Ik ben uiteraard de rotste niet, maar ik zit niet in mijn kantoortje te wachten tot ik mensen kan redden. Nood breekt wet, daar niet van. Maar toch. Ik vroeg: "Heb je de collega's van het andere team al gevraagd?" Dat hadden ze niet. Ze belden ter plekke het andere team. Ja hoor, die konden de pieper wel even overnemen. Mooi, opgelost.


Vandaag kwam de vragenstelster van vorige week bij mij. Of ik even tijd had. Tuurlijk. Dat ze het zo rot vond dat ik soms zo bot ben. (Waarop ze in tranen uitbarstte, maar dat hoort bij haar, zei ze, als ze iets lastig vindt om te bespreken.) Dat was een verrassing. Of nou ja, verrassing, niet helemaal, ik sta niet bekend als de meest fijngevoelige persoon op aarde, maar ik probeer altijd wel zorgvuldig om te gaan met mensen. Waarbij ik inderdaad soms een olifant in een porseleinkast ben, ik weet het. Maar mensen kwetsen, nee, dat doe ik niet. Toch was ze gekwetst. Dat vind ik naar, merk ik. Ik wil dat mensen mij een warme, innemende, lieve vrouw vinden. Maar ja. Ik ben ik. Toch ben ik blij dat ze kwam. Zoals zij zij is, ben ik ik. Met drama maken kan ik ook niet zoveel. We hebben afgesproken dat zij dit soort zaken blijft benoemen, net zoals ik tot drie zal tellen voor ik iets zeg (tien is te veel). En ik kom er eens per maand bij haar op terug. Zonder veel omhaal, tussen neus en lippen door. Maar het wel even aanstippen. 



Toch merk ik dat het me bezig houdt. Ik lig er niet van wakker, maar het is wel een aandachtspuntje. Ik hoef geen vriendjes te zijn  met iedereen in het team, maar ik wil ook niet de kwade heks zijn.


En zo ben ik meer en meer mijn weg aan het zoeken in deze job. Waarbij ik ongetwijfeld soms op mijn bek ga, soms mensen voor het hoofd zal stoten ('We doen het hier al 25 jaar zo') en waarin ik niet altijd vrienden maak. Maar ik denk dat ik een buffer ben tussen het team en de Baas. 


Ik hoop maar dat ze zien dat ik mij óók inzet voor hen. (en zo twintig uur extra diensturen heb kunnen lospeuteren bij Baas, bijvoorbeeld, om de werkdruk te verlagen) Maar ik vind ook dat ik mag verwachten dat men mee gaat in de veranderingen. Die IK niet bedenk, maar die gewoon gaande zijn in de Zorg. En mensen, het wordt allemaal nog veel erger. Maar nu is nu. En laten we daar nu samen het beste van maken.




Zei het Zen-orakel.