zondag 31 oktober 2010

Ontstressen

Als je dertien jaar bent, valt het leven niet altijd even hard mee. Je wilt van alles, maar je weet nog niet altijd even goed wát je precies wilt en hóe je daar dan aan moet komen. Die volwassenen, daar word je ook alleen maar gek van, altijd wat te zeuren en je moet van hen ook van alles. Pfft, om moe van te worden. Je weet niet altijd wat je wilt dus, maar je weet wel dat je een playstation wilt kopen. Je verjaardagsgeld heeft je al een aardig eindje op weg geholpen, maar het eind is nog niet in zicht. Bovendien roept dat geld naar je zo gauw je de trap op komt, en dan is de verleiding zeer moeilijk te weerstaan om er niet aan te zitten: Korte termijn doelen zijn makkelijker te bereiken, en ach, je hebt nu toch een baantje. Tot je ouders er achter komen dat je heel veel (héél véél) geld hebt versnoept, en je alles moet inleveren om het in de kluis van je ouders achter slot en grendel te laten weg stoppen. Je moeder knipt in een vlaag van drift ook nog je pinpas doormidden en verbijsterd zie jij het gebeuren. Je moet terug naar af: krijgt op maandag een paar luttele euro's die je mag opmaken, maar pinnen zit er vooropig niet in; het overige geld moet je opsparen.

Dan ga je je maar richten op je nieuwe baantje: Post bezorgen. De wijk die je hebt gekregen, is niet om over naar huis te schrijven: In lengte ongeveer twintig kilometer, en in het buitengebied. Je weet de weg daar nog niet zo goed, met als gevolg dat je enkele malen terug moet fietsen naar een vergeten boerderij. Die boerderijen hebben uiteraard allemaal idioot lange opritten, en liggen vér uit elkaar. Maar hee: Doordat de wijk zo uitgestrekt is, krijg je wel een fikse wijkvergoeding. De eerste paar keren is je moeder met je meegeweest om je een beetje op weg te helpen. Jij had eigenlijk het idee dat zij de helft deed, maar eigenlijk deed je alles alleen, met alleen een paar aanwijzingen van moeders. Maar dat kun je nog niet zo goed overzien; je hebt eigenlijk niet zo heel goed opgelet, en alleen maar haar aanwijzingen opgevolgd, zodat je eigenlijk nog steeds de juiste weg niet weet.

De eerste dag dat je het alleen moet gaan doen, is je moeder een beetje ziekjes. Met een koortsig hoofd helpt ze jou om de post in de fietstassen te doen en ondertussen brabbelt ze iets over de te volgen route, en welk pakket je eerst, tweeds en derdst moet nemen. Jij ziet door de bomen het bos meteen al niet meer, eigenlijk. Je begint op je moeder te mopperen en zegt dat je er niéts van snapt! Je moeder legt het nogmaals uit, maar omdat je de straten niet helemaal vóór je ziet, is het nog steeds een wirwar van informatie waar jij niets van kunt maken. Je ziet dat je moeder haar geduld uit haar tenen moet halen, en helaas: nog steeds komt het niet bij je binnen. Je moeder kiest er voor om éven weg te lopen. Even weer wat geduld vergaren, even tot honderd tellen en diep ademhalen.

Ondertussen kom jij van je stress af, op een niet zo genuanceerde manier. Je leeft je uit op een fysieke manier. Dat is wat er met jou gebeurt als je je tot het randje geduwd voelt, je kunt je emoties dan slecht in bedwang houden. Je voelt je meteen schuldig, en loopt naar je kamer, waar op dat moment je verjaardagsgeld zich nog bevindt. Je pakt alles bij elkaar, maakt er een mooi stapeltje van en overhandigd het aan je verbaasde moeder. Om je te verklaren, wenk je haar mee naar de garage om te laten zien welke schade je hebt aangericht.




Hoeveel woede en frustratie moet je in je hebben om een ruit van gewapend glas te molesteren? Best veel, volgens mij. Het geld hoefde niet naar de ruit, verzekeringskwestie, maar toen je moeder het na-telde, kreeg je nog wel even op je falie omdat het zo weinig was. Nu je je frustratie kwijt was, kon je goed luisteren naar de aanwijzingen die je moeder je nogmaals gaf, en kon je redelijk rustig op weg gaan. Om na een half uurtje je moeder toch maar weer om hulp te vragen, waarna zij met haar koortsige kop samen met jou je wijk afmaakt. De weken die volgden, kreeg jij de route helemaal door en deed je bijna fluitend (bijna he!) je werk. De ruit werd gemaakt, de datum van uitbetaling komt steeds dichter bij, en het leven lacht je weer toe. Soms moet er eerst iets behoorlijk mis gaan voordat je weer verder kan. Zoals je moeder altijd zegt:
Zonder wrijving geen glans.  

woensdag 27 oktober 2010

Herfstvakantie, hoera!

Oudste had vandaag een duidelijke hangdag. Hij had gisteren de héle dag gewerkt, voor het eerst in zijn werkzame leven. Zijn baas heeft het wel goed begrepen met die jonge gozertjes, en hij mocht niet eerder dan morgen terug komen. Nu krijgt Oudste sinds zijn dertiende jaar kleedgeld. In den beginne was hij daar helemaal lyrisch over, want: "Wow! Kléédgeld! Voor mij alleen! Jeuh!" Inmiddels heeft hij wel begrepen dat het helemaal niet zo gek was toen moeders alles nog voor hem betaalde.
Hij is altijd al een winkel-liefhebber geweest. Toen hij nog een klein zesjarig Oudste-tje was, gingen we op een koopavond winkelen voor zijn kleine broertje die bijna jarig was. Hij vond het fantástisch! Winkelen, terwijl het al een beetje donker was! Met al die lichtjes in de stad! Hij genoot! Dat hij zelf ook nieuwe kleren kreeg was natuurlijk mooi mee genomen. Maar niet het voornaamste ding waarom hij zo genoot. Het was gewoon het gevóel. "Nee mam, pas jij dat truitje nog maar even, ik wacht hier wel op jou!" Onvoorstelbaar vond ik het toen, maar sindsdien is hij helemaal verkocht.

Terug naar het kleedgeld: Wij zijn hier mee gestart om hem de waarde van geld te leren kennen. Of in ieder geval: een poging toe te doen. Zijn zakgeld kwam gewoon op zijn bankrekening en daar kon hij uiteraard gewoon bij. Het kleedgeld kreeg hij handjecontantje, maar dit bewaarden wij altijd wel voor hem. In de kluis. Hij hield nauwkeurig bij hoeveel hij 'al' had, voor zover er sprake kan zijn van 'al' als je € 25,- per maand krijgt. Daar doe je natuurlijk helemaal niéts mee. Maar goed: Oudste leek het na drie maanden achtereen alles er door heen jassen wel begrepen te hebben: wie wat bewaart die heeft wat, en hij begon zijn kleedgeld op te sparen. Eens in de zoveel tijd, als Oudste weer iets nieuws nodig heeft, gaan we samen winkelen. Dat is altijd erg leuk. Niet dat we dan diepgaande gesprekken hebben, maar winkelen is iets wat we allebei leuk vinden, en dingen die we allebei leuk vinden zijn de laatste jaren steeds schaarser geworden. Natuurlijk weet Oudste ook wel dat er altijd wel iets aan de strijkstok van Moeders blijft hangen, en ik weet dat hij dat weet, maar dat mag de pret niet drukken. Ik bedoel: Van € 25,- per maand kun je niet én spijkerbroeken, én t-shirts, én hippe bloesjes, én longsleeves, én wintertruien én (minstens) twee paar schoenen, én ondergoed, én sokken, én een winter - en zomerjas kopen.

Ons idee is: Je leert pas met geld omgaan als je het hebt. En Oudste heeft dit wonderbaarlijk goed opgepakt. Het kleedgeld opsparen doet hij goed, en nu hij door zijn baantje ook wat geld verdient, kan hij zichzelf helemaal bedruipen. Hij is in de zomer meerdere dorpsfeesten afgeweest, en heeft daarvoor -afgezien van zijn zakgeld- geen cent van ons daarvoor gehad. De talloze verjaardagsfeestjes: idem dito. Een maand geleden kon hij via een maatje aan goedkoop (legaal) vuurwerk komen; heeft dit besteld en krijgt dat straks op de 'normale' tijd aangeleverd. Dit heeft hij bij ons gemeld, wij hebben ons er niet te veel tegenaan bemoeid. Hij moest het uiteraard wel vooruit betalen. Hij heeft een gokje gewaagd en ons (ná de bestelling) gevraagd of wij dit konden voorschieten. Dit hebben we geweigerd: "Jij bestelt vuurwerk, dan moet je ook de consequenties aanvaarden." "Ja maar, die jongen moet het óók al betalen." "Dat is jouw probleem." Hij heeft even peentjes gezweet, wat meer gewerkt, kon ook even niet zoveel lekkere dingen kopen, maar hij heeft wel zijn 'schuld'  ruim op tijd afgelost. Ik ben zo trots op dat joch! Ik heb het idee dat hij de waarde van geld best wel enigszins in het snotje heeft, en goed nadenkt voordat hij het uitgeeft.

Met ingang van deze maand krijgt hij ook zijn kleedgeld op zijn rekening gestort. Ik vertrouw hem daar wel mee, en lukt het niet, kunnen we het altijd nog weer anders doen. Afgelopen weekend stortte ik zijn opgespaarde kleedgeld plus kleedgeld van deze maand op zijn rekening. Ook deed ik er wat extra bij, omdat ik vind dat hij dat wel verdiend heeft. Nu voelt hij zich een Echte Gooische Jongen. Hij vroeg of het een goed idee was dat hij zou gaan pinnen, zodat hij kon zien wat hij nog had en dus wist wat hij nog kon uitgeven. Ik juichde dat van ganser harte toe, want pinnen is en blijft een beetje een 'blind' ding. (Note to self: Opletten dat hij niet met een dikke portemonnee naar zijn werk gaat morgen!")

Omdat ik mijn vakantie ook goed wilde besteden, heb ik de schilderskwast maar weer eens ter hand genomen, en een klus opgepakt die al zes jaar op me ligt te wachten: De gang / overloop / zolderoverloop. Oudste was de hele dag al een beetje rond aan het hangen, verveelde zich een beetje. Op zich al best bijzonder, want Oudste is een nogal ehm.. uithuizig type. Vanmiddag om 15 uur bedacht hij zich het volgende: "Zeg mam, als Jongste klaar is met zijn post, kunnen we dan niet even naar Grote Stad om kleren te kopen?" (Jongste heeft ook kleren nodig) Picture this: Ik sta in mijn ouwe schilderskloffie, mijn haar niet gedaan, met het puntje van mijn tong uit mijn mond zéér secuur een knap staaltje schilderkunst weg te geven. Ik was net lekker op dreef, had er plezier in gekregen ondanks dat ik behoorlijk tegen deze klus heb opgezien. Oudste wéét dat ik graag met hem ga winkelen. Niet alleen omdat ik zelf zo graag winkel, maar het is altijd wel een soort van geluksmomentje voor mij. Hij speelt daar nauwkeurig op in, komt met allerlei argumenten waarom het er niet meer van komt deze week dat we alledrie kunnen (en heeft nog gelijk ook..! Aaargh!) en dat Nú toch écht het ultieme tijdstip is om dit te gaan doen. En écht: Ik overweeg serieus om mijn kwast neer te gooien waar ik sta, mijn gewone kleren aan te doen, een lik gel/schuim/wax in mijn haar te smeren en met hem en zijn broertje op pad te gaan.

Gelukkig kom ik bijtijds bij zinnen: Ik zou halverwege moeten stoppen, en het zou ons hele dagritme (voor zover daar in de vakantie sprake van is) in de war schoppen. Nu ben ik niet zo'n StructuurMiep, maar om alles nu om te gooien om twee uurtjes te kunnen gaan winkelen... Nee. Niet zo Ad-Hoc in ieder geval. (of ben ik toch meer StructuurMiep dan ik dacht?)

De enige overgebleven mogelijkheden deze week zijn de donderdag-namiddag/ vroege avond of koopzondag. Die tweede valt voor mij meteen al af, want ik word gillend gek op die Koopzondagen. Donderdag kan Jongste alleen niet mee, omdat hij dan moet trainen, en het moet wel heel gek gaan wil hij dát afzeggen. Maar Jongste is ook minder van het winkelen dan Oudste, en die kan nog wel een weekje wachten, zei die. Dus gaan Oudste en ik donderdagmiddag naar de Grote Stad om kleren te gaan kopen. Ik heb d'r zin an!



Opmerking: Wie denkt dat het in de family runs, dat goed met geld omgaan, heeft het mis, want Jongste heeft een aanzienlijk deel van zijn verjaardagsgeld uitgegeven aan snoep, en andere lekkernijen. Waarop ik nijdig zijn pinpas doorknipte en zijn verjaardagsgeld in de kluis opborg. Nondeju, wel hier en gunder, duizend bommen en granaten! Leermoment. Voor beide partijen.

zondag 24 oktober 2010

Crazy Saturday


Zaterdagochtend was ik vroeg uit de veren. Ik wilde gaan pumpen met een vriendinnetje, en dat begint om 9 uur. Vroeg, ja. Maar goed: keerzijde is dan dat je een lekkere lange zaterdag hebt. Ik vind dat altijd wel fijn. Behalve dan bij het opstaan.. Maar goed, eenmaal uit bed wil het wel, als je maar even dóórzet. Prins was er ook al uit: die zou boodschapjes gaan halen. Ik trok mijn sportkleren aan, at twee boterhammen, dronk een kop koffie, poetste mijn tanden, pletste wat water in mijn gezicht, smeerde wat antirimpelcreme, schilderde mijn ogen op en maakte nog even snel gebruik van het toilet. Bij het doortrekken deed ik de bril omhoog, om even wcreiniger rond te sproeien, zoals elke ochtend. Helaas. Daar ging het mis.

Er hangt een wcblokhouder in het toilet. Tenminste.. die híng er, want ik zag hem in slow motion verdwijnen met het spoelwater. Ik wilde hem nog grijpen, maar ik deinsde terug omdat roeren in de wcpot niet mijn grootste hobby is. Ik liep naar Prins en vroeg om raad. Prins aarzelde niet en stroopte zijn mouw op. (Prins heeft onvermoede ranzige trekjes) Hij voelde onder in de pot, maar helaas; de Ambi Pur Spring was verschwunden.. Wij vreesden dat wij nu een groot probleem hadden. Maar goed, het was nog vroeg in de ochtend, en daar wij beiden niet zulke ochtendmensen zijn, struisvogelpolitiekten wij de ernst van de situatie weg. Prins zou om 12 uur vertekken naar een motorcross-happening in België, dus ik overwoog om de deur van het toilet maar op slot te draaien, voordat één van de kinderen er gebruik van zouden gaan maken. Dat zien we morgen dan wel weer..

Even later hoorde ik Prins het toilet nogmaals doortekken. En ik, ik dacht dat hij gewoon even had getest of het water weg wilde lopen. Toen hij terug kwam, meldde hij:"De wc zit echt wel verstopt." Wat had hij nu gedaan? In een onbezonnen moment dacht Prins: Hee, ik zal, vóór de gewone boodschapjes, eerst mijn eigen grote boodschap eens even gaan draaien. Tja, dat moet gebeuren, maar natuurlijk niet op een toilet wat net door je teerbeminde prinses onklaar is gemaakt! Maar, zoals ik al zei: Prins is 'sochtends niet op zijn best, dus dacht hij er verder niet bij na. Het laat zich raden wat er aan de hand was. Prins meldde gelaten dat hij de hele pot er dan wel even af zou draaien en de Spring-geur eigenhandig zou verwijderen. Ondertussen stond vriendinnetje al op de oprit te toeteren. Ik vroeg nog of ik dan maar thuis zou blijven om hem bij te staan. Neuh, dat hoefde niet.

Na een vruchtbaar uurtje sporten kwam ik weer thuis. Prins zat op de bank, dat vond ik een goed teken; het is waarschijnlijk gelukt, dacht ik. Ik liep naar hem toe en vroeg hoe het gegaan was. Prins keek mij met een vies gezicht aan en zei: "Goed hoor!" Ik vroeg waarom hij dan zo vies keek. (En ik herinnerde mij ineens dat hij vroeger, bij de poepluiers van de jongens al bijna over zijn nek ging. En bij het opruimen van de kots van de kat maakte hij altijd vreselijke geluiden. Één keer heeft hij daadwerkelijk naast de kots van de kat, zijn eigen breitje gedeponeerd. Hij kan nu eenmaal slecht tegen vieze luchtjes) Het laat zich raden wat hij onder de toiletpot aantrof. Inderdaad: De Ambi.Pur.Spring, alleen: Die rook naar aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vérre-van naar Lente. En na de aanblik plus geur van deze Lente plus zijn eigen fecaliën, deed Prins er maar een schepje bij boven op, en dropte zijn vomitus er over heen. Dat zal me een heerlijke melange gegeven hebben, zeg..! En dan is het nog geen half tien zaterdagochtend..!

Ik vind het achteraf gezien niet gek dat hij 'snachts uit België terug kwam en een biertje of zes te veel tot zich had genomen. Wat een start van je weekend...!

zaterdag 23 oktober 2010

Lief!

Vaak hoor je klagen over de normen en waarden van tegenwoordig. Ik kom dit uiteraard ook tegen, maar ga altijd wel eerst uit van het goede van de mens. En ik denk dat velen met mij dat ook wel doen. Bovendien denk ik niet dat dit persee iets van 'tegenwoordig' is; ook vroeger had je horken. En ja, ik weet ook wel dat de kinderen van tegenwoordig mondiger zijn, en dat de patienten zich niet meer met een kluitje in het riet laten sturen door artsen. Ze googlen wat af, en ik snap heus dat dit niet altijd even wenselijk is voor de artsen, want lastig plus dat het gegooglede niet altijd even betrouwbaar is. Kinderen die mondiger zijn: ik zie er geen kwaad in. Wat was er prettig aan : "Omdat ik het zég?" Onze ouders, of misschien de ouders daarvóór meer, hadden het maar gemakkelijk met makke kinderen die je maar een blik hoefde te werpen en dat ze dan meteen stil waren. Of het ook een leuke sfeer met zich mee bracht, betwijfel ik. Waarmee ik dus niet wil zeggen dat kinderen maar zo alles moeten mogen zeggen, begrijp mij goed: Ik heb er twee thuis die ik soms wel met de koppen tegen elkaar kan slaan eens moet berispen om de taal die ze uitkramen. Aan mij de schone taak om ze hier ook normen en waarden in bij te brengen. (Hoewel ik niet weet of dat nog wel gaat lukken, máár: Ze zijn buitenshuis tenminste wel beleefd en dat is ook wat waard)
Voordringen bij de kassa: Ik maak het allemaal mee. Maar negen van de tien mensen wachten gewoon netjes op hun beurt. Alleen die éne blijft wat langer in je geheugen staan. En ik weet ook nog toen ik een klein Evelyntje was, en er ook onwelriekende grijze dames en heren zich langs mij heen wrongen bij de bakker. Nee, dan ben je pas beleefd, als je een kind aan de kant schuift om twee minuten eerder thuis te zijn. En dat, lieve mensen, is al heul, heul lang geleden. Dus vroeger was echt niet alles beter!

Hoe kom ik hier nu allemaal bij? Nou. Ik was vanmiddag bij de plaatselijke AH. Ik moest nog wat kleine dingetjes hebben voor het weekend. Grote boodschappen hoefde ik nog niet speciaal te hebben, maar gewoon, iets lekkers voor de koffie en uiteraard wat gezonde dingen als melk, fruit, chocolade en groente. Nu hebben ze sinds vorige week een voetbalplaatjesactie. Ik ben niet van de voetbal, alleen als het mijn eigen mannen betreft, maar dáár zit het hem nu juist: Ze hebben van alle leden van de voetbalvereniging waar de Mannen bij zitten, foto's gemaakt en daarvan zijn nu voetbalplaatjes gemaakt. Zo leuk! Nu kom ik alleen zelden bij Albert Heijn. Alleen dus eigenlijk om wat kleine dingetjes te halen nog die ik vergeten was. Ik kreeg dus maar 2 pakjes, maar dat mag de pret niet drukken, we krijgen ze vast wel op één of andere manier vol. (Hoop ik) Jammer is dat Prins na vijf jaar leiderschap deze taak heeft neergelegd sonds dit seizoen en dus niet meer op die plaatjes staat. (Of zouden ze speciaal gewacht hebben tot hij weg was??)

Ik liep met mijn karretje naar de auto, kwam ondertussen een kennis tegen, kletste even, laadde de boodschappen in, en bracht het karretje terug. Komt er een auto aanrijden met een dame die ik niet ken, maar net in de rij achter mij bij de kassa had gezien. Ze doet het raampje naar beneden, en vraagt: "Wil jij nog voetbalplaatjes hebben?" Nou! Dat vond ik zó aardig! Helemaal toen ik zag dat ze er speciaal een rondje voor reed op de parkeerplaats, omdat ik net bij de uitgang stond, en zij er dus weer opreed om mij die plaatjes te geven. Geweldig! Iemand die mij helemaal niet kent, en zo'n moeite daar voor doet. Ik vind het geweldig! Ik zeg: de wereld is niet rot! Het zijn de rotte appels die het hardst stinken en dus de meeste aandacht vragen. Ik word in ieder geval heel erg blij van dit soort acties van lieve mensen!

vrijdag 22 oktober 2010

Mooi

Good old Herman. Ik heb hem vaak life gezien, meegesleept door Prins, die toen nog een jong Prinsje zonder kreukels was. Love him or hate him, maar spelen kon die. Soms ging het iets minder, maar vaker speelde hij de sterren van de hemel!
Het laatste liedje van zijn laatste album: ik vind het een lief liedje..!

maandag 18 oktober 2010

Calorie-rijke dag

Nadat ik vanmorgen als een witte tornado door het huis was geweest, alle ramen had gelapt, een paar boodschapjes had gedaan en even bij de bieb was geweest, zeeg ik neer aan de keukentafel. Hoe heerlijk is dat met een dikke plak chocolade! (Ik koop eigenlijk nooit chocolade, maar vandaag kon ik het niet weerstaan.) Heerlijk om dan zo in mijn eentje aan de keukentafel te zitten..

Vanavond bakte ik een boterkoek. Heul simpel en moddervet (535 caloriën per 100 gram) maar superlekker! Vooral als ie net uit de oven komt, en nét zover is afgekoelt dat je hem enigszins kunt snijden. Ik heb inmiddels al zoveel boterkoeken gebakken; ik zou het bijna blind kunnen. Het is altijd een groot succes hier bij de Mannen, en dus ook zó op!

Voor de variatie probeerde ik eens iets nieuws: Kletskoppen! Net de eerste geproefd, en mén wat zijn ze lekker! Vind ik dan, de meningen hier in huis zijn wat verdeeld.





Ze zien er volgens mij uit zoals ze er uit moeten zien. En ook echt S.A.S.-proof! Ze zijn wat taaier als die uit de winkel, maar dat kan ook komen doordat ze nog maar net uit de over zijn. Ik vind ze in ieder geval heerlijk, dus als de mannen het te min vinden: Ik kom er wel af!

Nu ik er over nadenk: Wat een gevreet vandaag! Het lijkt wel of ik zwanger ben, haha! (Gelukkig niet!) Morgen maar weer extra gewicht er aan bij Bodypump!

Jeuh!

Ik mag het eigenlijk nog niet verder vertellen, maar omdat hier toch geen hond mij echt kent,
en ik het toch echt even kwijt moet:







Ik word weer tante!!!!

Wat zou 't worden? Weer een Neef voor Tante Eef, of dit keer dan toch een meisje in de family?
Ik ben een gelukkig mensch!

Lazy Sunday Afternoon


Dat je -je zucht verbergend- dan maar aan het opvouwen van de was begint. Want Prins heeft al én de altijd iets mankerende fiets van de Oudste gerepareerd, de schuur opgeruimd én het aanrecht schoongepoetst. En omdat jij eigenlijk nog niets hebt gedaan -behalve de bedden afhalen- voel je je geroepen om dan die overvolle wasmand met schone was maar naar je toe te trekken.

Dat Prins dan zegt: "Nou, dan zal ik de bedden maar vast op gaan maken." En dat jij dan voor de vorm zegt: "Joh, als je even wacht, doen we het samen." (Waarbij je er van uit gaat dat hij zegt: Néé joh, dat doe ik wel vast!") En dat hij dan in werkelijkheid zegt: "Oh, okee."

En dat je dan lachend zegt:"Nou, jij bent ook met een natte vinger te lijmen!" En dat Prins dan zegt:"Ja, ik zei het ook alleen maar voor de vorm!"


zondag 17 oktober 2010

Generaties(kloof?)


Als ik weer hoor van een geboorte, denk ik altijd aan de geboortes van mijn eigen bloedjes. Met name die van Oudste, 24 november 1995. Het kind dat mij Moeder maakte. En ook moe maakte. Eigenlijk elke dag nog wel, nu ik er over nadenk. Want de testosteron tiert welig bij hem en soms zakt het hoofd mij moede te schouders. Maar ik zie het maar van de zonnige zijde: Wanneer hij dan een goed humeur heeft (vaak heul kort) en zomaar uit zichzelf iets áárdigs tegen mij zegt, kan ik daar minstens een week op teren.

Waarmee ik nu bedenk dat dit misschien wel heel onaardig over komt. Vooral voor mensen met kleine kinderen of mensen zonder kinderen. Mensen met pubers in huis zullen het misschien begrijpen. Want echt: Het is een doodgoeie jongen. Met een lief karakter, goede sociale vaardigheden en behulpzame trekjes. Alleen: Momenteel weet hij die zo allemachtig goed te verbergen, dat ik ze soms gewoon vergéét.

Toen hij bijna vijftien jaar geleden werd geboren, had ik graag even een kijkje in de toekomst genomen. Gewoon om te zien wat er in vredesnaam van hem zou worden. Want dat het niet lekker ging, dat kregen we meteen na de geboorte in de gaten. Een stuitbevalling was het: wat een horrorverhaal. Ik vind het on-be-grij-pe-lijk dat ze nog altijd niet standaard een keizersnee doen bij een stuitligging. (Toen was ik er blij om: Gelukkig, geen keizersnee, pff, wat heb ik mij daar in de weken er na schuldig over gevoeld!) Want Oudste werd met geweld de wereld op gesleurd: Twee mensen trokken aan zijn beentjes, twee duwden op mijn buik, drie mensen aanschouwden het tafereeltje en plop, daar was tie. "Knip", zei de schaar van de A.I.O, en weg was iedereen. Mét Oudste. Op weg naar het uitzuigkamertje werd nog even tegen Prins gezegd: "Hij heeft jóuw gezicht!" En het bleef stil. En stil. En ik dacht bij mezelf: "Ach ja. Ik kon mezelf al niet zo goed voorstellen als moeder". Net als toen ik zakte voor mijn rijbewijs, ik me niet kon voorstellen alleen in een auto te rijden. Één van de studenten-verloskunde kwam bij ons terug. (Ik zag later voor me hoe dát gegaan moest zijn: "Is er nog iemand bij de ouders? Nee? Ienemienemutte, jij moet terug." "Ik alwéér? De vorige keer mocht ik ook al niet zien hoe dat kindje werd aangeslingerd!" "Nou, dan ga jij maar!") En ik zei tegen het deerntje: "Het komt toch wel goed met hem?" En het deerntje zei: "Ik weet het niet." En ik dacht: Niets, eigenlijk. Leeg hoofd.

Ik weet ook eigenlijk niet wat ik dacht toen Oudste begon te schreeuwen. Wél wat ik dacht toen ze hem bij mij legden, met zijn hoofd tussen zijn voetjes: "Hij lijkt net een kikker. Dat zal toch wel over gaan? Anders hadden we hem beter Adriaantje kunnen noemen."(Nou ja, dat laatste dacht ik natuurlijk niet echt.) De kinderarts kwam en nam hem 'even' mee. Nog steeds drong de ernst van de situatie nog niet echt tot ons door. Ik werd gehecht, en belde intussen mijn moeder om te melden dat ze oma was geworden. (Echt!) "Alles goed"? vroeg ze. En ik zei: "Ja hoor, alles goed! Kom je kijken?" En ze kwamen. Samen met de andere verse opa en oma. Met ons allen mochten we bij wijze van uitzondering de couveuseafdeling op. Ik met bed en al. En pas daar, op dat moment, toen iedereen om mij heen stond te kakelen, keek Oudste mij aan, ik keek hem aan, en pas tóen voelde ik mij Moeder. Dat moment vergeet ik nooit weer. Okee, hij was nog niet gewassen, en lag aan allerlei toeters en bellen, maar dwars daar door heen kwamen mijn moedergevoelens boven. Maar nee, we mochten hem nog niet vasthouden. En: "Trouwens: Als je hem zo over zijn handje wrijft, zou hem wel eens te veel prikkels kunnen geven." Wat dus ook zo was, want in die nacht na zijn geboorte kreeg Oudste drie keer een flinke stuip. De nacht daar na nog eens twee keer. Er werd al gesproken over overplaatsing naar Utrecht. En nee, we gaan hem nog niet wassen. Hij was op vrijdag geboren, en op zondag zat hij nog steeds onder het bloed. Vreselijk. De nacht van zondag op maandag kwam hij goed door, helemaal stuipvrij. Dit zal ook wel iets te maken hebben gehad met de Luminal die hij toegediend kreeg. Het was echt net een pop; veel leven zat er niet in. Die maandag durfden ze het aan: In bad met dat joch, en als het goed gaat, mag tie ook eventjes bij moeder op schoot. Ik keek rond: Moeder, waar is die dan? Oh ja, dat ben ik. Want het was meer een kind van de verpleegsters dan van mij, ik durfde hem amper aan te raken, bang om hem 'te veel prikkels te geven'. Als er een alarm afging, zagen we meestal wel dat het een saturatie-daling was, en we wisten ook wel dat de verpleegsters eigenlijk niet veel méér deden dan hem aantikken en geruststellen, maar dat helemaal zelf doen, was echt gewoon eng. Wisten wij veel, piepkuikens die we waren.. Op vier december mocht Oudste naar het naastgelegen zaaltje ( een promotie), vijf december bracht De Sint een kadootje voor hem mee, en op zes december mochten wij hem mee naar huis nemen.

We hingen de vlag uit. Letterlijk. Geen bezoek gewenst vandaag, néé, ook geen opa's en oma's. Eerst maar even rustig met ons drieën. We pakten Oudste in  in een megagroot skipak, namen hem op de arm, keken schichtig nog een keer om, half verwachtend dat er gezegd zou worden: "Hee, waar gaan jullie met dat kind naar toe?" Maar we zagen alleen maar de dienstdoende verpleegsters naar ons staan zwaaien. Thuisgekomen zegen we neer op de bank, met Oudste in onze armen. Na een half uurtje: "Tja. En nu?" "Geen idee. Zullen we hem maar in zijn bed leggen?" "Ja, dat is misschien wel een goed plan." En Oudste schreeuwen, na ongeveer één minuut! "Tja. Zullen we hem er maar weer uit halen?" "Ja, dat is misschien ook wel een goed plan." WISTEN WIJ VEEL?! Wat doe je zoal met zo'n kind de hele dag? Wij hadden geen flauw benul! De opa's en de oma's toch maar gebeld dat ze 'savonds toch van harte welkom waren om voor de eerste keer hun eerste kleinkind vast te komen houden. Voor de éérste keer! Na veertien dagen! Tiswat..

Een turbulent jaar volgde, waarin we geen idee hadden hoe het verder zou gaan met Oudste. De kinderarts had gemeld bij zijn ontslag: "Tja, we weten niet hoe het verder gaat. Het kan zijn dat hij straks niets mankeert, of dat hij wat slingert met zijn beentje als hij hard loopt. Maar het kan óók zijn dat hij straks helemaal spastisch is." Oftwel: Informatie waar je niets mee kan. Oudste kreeg fysiotherapie voor onder andere zijn torticollis (Dat is pas bijzonder: de fysiotherapeut kon exact voorspellen welke beweging Oudste ging maken), de consternatiebureau-arts weigerde een DKTP-prik te geven, (heel goed van haar, maar dat had iéts minder bot gemogen), op controle bij de kinderarts en de neuroloog, en ondertussen was Oudste wél een wolk van een baby die vlug dóórsliep, zolang we maar een radio bij zijn bedje hadden staan, want stilte: daar kon die niet zo goed tegen. Hij lachte, hij brabbelde en hij liep zo'n drie weken na zijn eerste verjaardag.

En ook verder ontwikkelde hij zich volgens het boekje. In groep drie kwamen er wat problemen: Hij wás links, maar dácht rechts. Dat is wat onhandig. De hersenhelften werkten niet optimaal samen. Wel knap trouwens, hoe hij zo klakkeloos in spiegelschrift schreef, maar 'men' vond het toch beter dat hij leerde schrijven volgens de gevestigde orde. Daarom moest hij maar Sensomotorische Training krijgen. En echt hoor: dat heeft hem geholpen. Absoluut. Maar mensen: Mág een kind tegenwoordig ook nog iets mankéren? Want de therapeut wist niet van ophouden; er mankeerde altijd nog wel iéts. Na driekwartjaar heb ik de behandeling stopgezet. We hadden bereikt waar we voor gekomen waren, en dat was mooi. Maar ik vond het best een belasting voor hem dat hij eens per week vóór school eenhalf uur moest komen. (En ook voor mezelf en Jongste en die eendjes waren inmiddels moddervet van al dat brood wat wij hen voerden in de tussentijd)

Achteraf denk ik dat het een goede zet is geweest om te stoppen op het moment dat er bereikt was waar we voor kwamen: Als je eenmaal in die medische molen zit, is het lastig om je er uit te ontworstelen. In de brugklas kwamen er nog een paar fikse bergen waar we overheen moesten. Maar die bergen hebben hem ook gemaakt tot wat hij nu is: Een stevige kerel, met veel vriendjes en veel vertier, een stevige positie in een grote kring, waarin hij volop geniet van de goede dingen des levens. Waar hij zijn eigen grenzen verkent en die van ons ook. Waar hij goed weet om te gaan met geld, sociale druk en zeurende ouders.


Perfect? Nee, dat issie niet. Verre van, net als zijn moeder. Maar hij kan steeds zijn fouten onder ogen zien en er van leren. En dat maakt mijn moederhart elke dag trots. Net als dat hij elke dag het bloed onder mijn nagels weg zuigt. En zo hoort het ook, als puber!

donderdag 14 oktober 2010

Vrolijke vrijdag




Vandaag is de dag,

hij komt maar één keer.

Want morgen, dan is het

vandaag al niet meer.

Niet zeuren, geniet

van het leven, het mag!

Maar doe het vandaag,

want vandaag is de dag!



Toon Hermans

Lekker belangrijk

Ik betrap mezelf er op dat ik wel heel erg zemelige verhaaltjes schrijf, de laatste tijd. Over hoe blij ik wel niet ben en zo. En weet je: dat ís ook echt zo, allemaal. Maar ondertussen erger ik mij zeker wel aan de remsporen in de plee die mijn lieftallige Jongens achterlaten in de plee. Word ik gillend gek van het geruzie en gekibbel. De enorme zooi die ze achter laten. Maar Gosiemijntje: zij KUNNEN tenminste nog zooi maken en elkaar de kop gek maken. Als ik de verhalen hier lees, denk ik bij mezelf: wat een gezegend mens ben ik, dat ik pubers heb die elkaar en mij erbij de kop gek maken. Zij moeten nog maar afwachten of het uberhaupt zo ver komt. Als ik in God zou geloven, zou ik bidden voor hen tot mijn knieën en rauw van zagen.

En dan hier: Nog zo'n reden om dankbaar te zijn dat je nog gewoon kunt mopperen op je pubermormels. ZIJ zijn er nog, maar ikzelf ben er ook nog: rond en gezond! Hoe fijn is dat?!

Aan de andere kant: Als ik dit hier lees, word ik zelf helemaal woest. En dat met slechts twéé pubers in huus. Heb je er plus vijf: nou, dan ben je ook niet blij.

Maar verder ben ik, en met mij mijn geliefden, gezond van lijf en leden. Dat is op zich al iets om dankbaar voor te zijn. Wie je dan precies dankbaar moet zijn, tja, dat moet je zelf dan maar weten. Zij weet hoe het is om niet gezegend te zijn met zo'n vanzelfsprekende gezondheid. En ga mij dan maar eens vertellen waarom ik wel die zogenaamde vanzelfsprekendheid heb en zij niet.

Mooi als je een zekerheid in het leven hebt. Die van God bijvoorbeeld. Dat lijkt mij op zich nou prachtig. Mijn schoonouders vinden er veel vrede in. Ik niet. Want ik snap het gewoon niet. Waarom ben ik zo gezegend in het leven en anderen niet?

Zoals die vrouw (33) hier in Het Dorp, die drie maanden geleden geen andere uitweg zag dan zich voor de trein te werpen? Gewoon omdat ze niet meer kon? Ondanks het geluk van een vijf maanden oude dochter? En een man die haar op handen droeg? Hoe moeten zij nu verder?

Of oompje (66), die nog zo van het leven genoot, maar de strijd tegen k.anker al na vijf weken moest opgeven? Terwijl hij nog zoveel te geven had?

Of collega. Die een tweede kind kreeg, na 33 weken zwangerschap? En dat  het jochie allerhande virussen en bacterien oppakt? Terwijl een andere collega haar voldragen kind eergister ter wereld bracht, en nu heerlijk in haar cocoon zit met haar gezin? Collega 1 racet nu al vier weken heen en weer tussen ziekenhuisbaby en thuisdreumes en komt niet eens aan zich zelf toe? Is dat eerlijk?

Of een andere dame hier uit Het Dorp, ik ken haar geeneens niet, maar zij was slechts 1,5 jaar ouder dan ik, maar mocht ook niet ouder worden en moest de strijd ook opgeven. En laat een dochter van 10 (tien) jaar achter.

Tuurlijk: ieder huisje heeft zijn kruisje. Maar als ik naar mijzelve kijk, denk ik dat ik mijn handjes mag dicht knijpen. Ik denk dat de generatie vóór mij mijn kruis al op zich heeft genomen. Mijn nichtje had geen ouders meer toen zij 2,5 jaar was. Ga er maar aan staan, als je de opa & oma + oom & tante bent van zo'n klein wichtje. En ja: Ik heb wel een echtscheiding achter de rug, wat verre van leuk was. VERRE VAN. Maar: Het was nog altijd eigen keuze. Ik kon altijd bouwen op mijn gezondheid. In ieder geval lichamelijk. Geestelijke gezondheid was niet altijd helemaal helder in het zicht, maar ik ben al met al aardig goed opgedroogd.

Maar ik ben dan ook een gezegend mens. Letterlijk: Tien jaar geleden liep ik in een kathedraal in Barcelona, toen er een oud, klein, gerimpeld vrouwtje op me af kwam, en een kruisje zette op mijn voorhoofd. Ik was net gescheiden. Ik wist op dat moment niet of ik nu gezegend of vervloekt was, maar ik ben er nu wel achter dat niets dan voorspoed mijn pad zou kruisen nadien. Met een gezond lijf, gezonde kinderen, een dak boven mijn hoofd, meer dan voldoende geld om van te leven en geen schulden. 

Ik zeg:


If tonight you cannot sleep,
count your blessings instead of sheep.


dinsdag 12 oktober 2010

Een dag met een gouden randje.

Soms heb je van die dagen dat het allemaal net even lekkerder dan anders gaat. Zo'n dag was het vandaag. Niet dat hij goed begon; oh neen. Ik zat om 8 uur bij de mondhygieniste. Kort na mij kwam er een man binnen. Toen de mondhygieniste de wachtkamer in kwam vroeg ze: "Heb jij wel een afspraak?""Ik: "Ik dacht het wel, maar als jij denkt van niet, zal jij wel gelijk hebben." Zat ik er toch twee weken te vroeg, zeg. Tsk. En dat na een hoop gehaast, want niet al te vroeg opgestaan. Jammer. Maar: Ik was al wel in de kleren, en dat schiet dan meteen al lekker op.

Vriendinnetje smste of mee ging pumpen. Prima plan; ik was nog niet geweest van de week. Na de les zaten we natuurlijk weer veel te lang aan de koffie na te beppen, dus was ik pas om 12 uur thuis: Weg ochtend. Ik kreeg een ongelovelijke wegtrekker, en besloot even een kleine powernap te doen. Tenslotte had ik Jongste beloofd dat ik vanmiddag met hem mee zou gaan om post te bezorgen, en dat zijn heel wat kilometertjes op de fiets. Terwijl ik zelden fiets!

Om 13.30 uur was ik helemaal weer kwik en fris, en nadat Jongste uit school kwam, togen we om half drie met de fiets en een grote tas vol post om te gaan bezorgen. Het was mooi helder weer, wel een beetje fris, maar toch lekker. Zo vaak gebeurd het niet meer dat Jongste en ik drie uur lang in elkaars gezelschap verkeren, dus dat is op zich al leuk. Wat is Ons Dorp toch eigenlijk mooi! Zo in het buitengebied zie je de mooiste plekjes waar je normaal gesproken al niet vaak komt, en áls je er komt, raas je er met de auto voorbij. Het Dorp ligt langs een snel weg, en deze snelweg is veel in zicht. We fietsten er langs, er over, er weer langs, er een keer onderdoor en nog maals onderdoor vandaag. Mooi ook vond ik om te zien dat Jongste het spelletje door begon te krijgen, en zijn route nu beter bepaald heeft. Hij leek er zelfs lol in te krijgen..!

Jongste als kleine blauwe stip





Ook bij de MacDonalds moest bezorgd worden vandaag. Héél toevallig had ik een paar euro bij me, dus hebben we samen genoten van een klein warmmakertje binnen. Jongste genóót! Nadien heeft hij me wel vijf keer bedankt, zo lekker had het hem gesmaakt. Tja jongen, als je hard aan het werk bent, smaakt alles net even iets beter..!

Toen we ongeveer halverwege waren, zag ik deze boerderij te koop staan:

Ik zeg: Doe mij die maar! Plek genoeg voor opgroeiende heren, niet al te ver bij Het Dorp vandaan, plek genoeg voor eventuele toekomstige brommers/ scooters en auto's; helemaal goed! Helaas heb ik geen vijf-en-halve-ton in een oude sok. Ik heb een dure smaak waar het huizen betreft..! Die brommers moeten dan maar niet komen, en als er auto's komen, moeten de heren het huis maar uit: Hier kunnen we dat allemaal helemaal niet herbergen!

Na de post, was Prins al boodschappen aan het doen. Helaas is hij niet erg behept met benodigdheden-inzicht, dus het tweede gedeelte werd ik vriendelijk verzocht om even mee te gaan en nu hebben we de buit weer binnen. Oudste was inmiddels ook thuis van zijn werk, en had -begrijpelijk- behoorlijke trek. "Wanneer gaan we een keer eten, hee?!" Ik stond nog steeds in mijn Relax-modus, dus heb maar even niet geantwoord. Even later kon ik mijn wroeging beter tegen hem verwoorden, en blijkbaar kwam de boodschap goed binnen, want geheel uit eigen beweging heeft hij de boodschappen in de kelderkast gepakt. Na een smakelijke maaltijd, ging Prins de schuur in om achterstallig onderhoud aan de fietsen te plegen, heb ik de keuken gesopt (dit klinkt wel erg ouderwets he..!) en was hiermee om 20.30 uur klaar. De jongens zaten samen gebroederlijk achter de computer (een unicum).

Wat hebben we nu gedaan vandaag? Helemaal niets bijzonders, maar er was harmonie in het gezin en we hadden allen een productief dagje. En morgen heb ik alweer een dag vrij; Hoe blij kun je zijn met die hele kleine 'gewone' dingen!

zondag 10 oktober 2010

Gerard


Vroeger was Gerard een echte rocker: Puntlaarsjes, haar in het vet en een strakke spijkerbroek aan, en dan de kroegen afschuimen en bandjes bezoeken. Herman Brood had zijn speciale aandacht. Het had er alle schijn van dat Gerard alles had: Belangstelling van vrouwelijk schoon, een leuke baan als leraar op een school, en in het weekend seks, drugs en rock & roll. Gerard kreeg kennis aan een prachtige meid. Hij pronkte met haar als hij met haar door de stad liep. Zij was fotomodel en Gerard voelde zich helemaal The Man.


Het heeft niet al te lang mogen duren, dit mooie leven. Er werd MS geconstateerd bij Gerard. Hij kon niet omgaan met het idee dat hij langzaam maar zeker af zou takelen. Hij sommeerde zijn vriendin om te vertrekken, raakte in een diepe depressie en sprong voor de trein. Blijkbaar was het zijn tijd nog niet; hij overleefde het. Maar hij moest wel zijn beide benen missen. Nooit meer een strakke spijkerbroek met puntlaarsjes voor Gerard. Ieder ander raakt in shock bij zo'n ongeval en verliest het bewustzijn. Gerard niet. Hij heeft alles van het begin tot het eind meegemaakt.

Nu slijt Gerard zijn dagen voornamelijk in bed. Zestien uur per dag maar liefst brengt hij hier door. Hij heeft een heel regiment medicijnen die hij moet slikken, heeft een verblijfscatether en draagt incontinentiemateriaal. Hij kan zijn handen niet goed meer gebruiken, ziet slecht en krijgt niet alles meer even helder mee. Hij is boos. Boos op de wereld. Moppert als zijn verzorging te lang duurt. En terecht. Ik zou -denk ik- niet anders doen. Omdat ik thuis ook een ouwe rocker heb zitten, schept dit een band. Vanmorgen zou ik hem helpen met douchen. Omdat ik totaal niet goed ben in ADL-werkzaamheden (ADL = Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen: Dingen als opstaan, eten, drinken, naar het toilet gaan. Als ADL-er ben je eigenlijk de handen voor iemand die zijn handen niet gebruiken kan). Dus Gerard trof het niet, vanmorgen. Ik had al een collega ingeschakeld; als zij wat zou schuiven, zou ze tijd vrij kunnen maken om mij te helpen bij Gerard, zodat het in ieder geval niet zo lang zou duren. Te lang liggen op een douchebrancard is geen pretje. Gelukkig heb ik wel een beetje een link met Gerard, dus dan kun je alweer een potje breken. Gerard klaagt over alles: Het duurt te lang, die jonge meisjes van tegenwoordig zijn helemaal niet handig (daar bedoelde hij helaas niet mij mee, ontdekte ik bij navraag..), het is mooi weer, maar hij kan niet eens even lekker naar buiten omdat er te weinig tijd voor is, het is wel een zware strijd. En ik geef hem overal oprecht gelijk in: Het is ook een strijd, die ziekte, de afhankelijkheid, de onkunde en uiteenlopende meningen van medewerkers, het gehannes en getrek aan je lichaam. Als mij ooit zoiets overkomt en ik moet onverhoopt weg uit mijn eigen huis, en word afhankelijk van anderen, dan heb je aan mij waarschijnlijk geen prettige cliënt.

Als Gerard fris gewassen in de stoel zit ("Nee, ik zit nog niet helemaal goed, nog één tilletje. Mag ik nog één klein tilletje?"Mijn hart breekt elke keer een klein stukje), zegt hij: "Evelyn, gaan we samen nog even een sigaretje roken?" "Ja maar natuurlijk Gerard, anders is je dag toch niet begonnen!?" Gerard rookt één sigaretje per dag, net vóór of na het ontbijt. Dat is -ruwweg gezegd- zijn enige verzetje. Want hoeveel Gerard ook moppert tijdens de ADL, áltijd zegt hij: "Bedankt dames, respect!" Echt altijd! Ik weet niet of ik dat altijd op zou kunnen brengen..!

Twee weken geleden ging Prins Op Het Witte Paard met een paar andere oude knakkers rockers naar een Herman Brood Memorial. The Wild Romance trad op, met verschillende gastmuzikanten. Een ouderwets avondje rocken dus. Ik dacht aan Gerard, en hoe graag ik hem deze avond ook had gegund. Ik had hem nog wel zelf op willen halen uit De Grote Stad, naar Het Kleine Dorp waar de avond plaats vond, en weer terug. Maar zelfs al zou ik bevoegd zijn om een rolstoelbus te besturen, had het nog niet gekund, want Gerard houdt dat nooit vol. Wat had ik hem dat graag gegund.

Gerard, die mopperpot met dat kleine hartje. Die gelukkig wél blijft zeggen wat hij vindt, hoe hij het wil, op zijn strepen staat en de regie blijft voeren. En ook altijd weer positief afsluit. En je altí'jd bedankt. Volgend jaar wordt hij vijftig. Maar eigenlijk vegeteert hij nu gewoon. Ik heb enorm veel bewondering voor hoe hij toch zijn jeu uit een sigaretje kan halen. Zelfs als iemand anders die voor hem moet draaien, en het hem voor moet houden. Ik zeg: RESPECT.

donderdag 7 oktober 2010

Het houdt maar niet op..



En! Het houdt maar niet op! Ik had vandaag nog méér dingen waar ik onwijs gelukkig van werd! Hoe blij en gelukkig kan een mens zijn? Jaja, natuurlijk was ik blij op het werk, ik heb tenslotte zeer dankbaar werk! (Of meestal... misschien beter zeggen: soms! Maar niet minder tevreden)


Maar blijkbaar ben ik toch echt wel een material girl. Ik werd vandaag vooral blij van twee zaken die ik binnen kreeg...!



Mijn nieuwe jas..! Ik weet het, beroerde foto's en de jas komt misschien niet helemaal tot zijn recht, of misschien vind je hem gewoon lelijk... Maar ik ben er hemeltergend blij mee!


En! Of het allemaal niet op kon vandaag.. Ik heb me het apelazerus gezocht, maar wie geduld uitoefent, wordt beloond...! Ik ben helemaal weg van de geur Twilight Evening van Greenleaf.


Ik had er een paar kaarsjes en geurzakjes van op de kop getikt bij het plaatselijk tuincentrum, maar helaas ging deze hier uit de verkoop. Ik ben weg van wierook, ik hou van lekker huisgeurtjes, maar niet eerder had ik een geur geroken die deze kon overtreffen.. (Behalve dan je eigen pasgeboren baby!) Ik was er al een poosje naar op zoek geweest, en alleen te vinden in de United States. Bietje overdreven, vond ik. Maar! De aanhouder wint, en afgelopen weekend vond ik de olie-variant hier! Daar kan ik zeker een jaar mee vooruit, heerlijk om de herfst mee in te gaan. En; ze deden er nog een lekker ander wax-brandertje (of hoe heet zo'n ding) bij, als verrassing. Aardig vond ik dat...!

Wat kan een meisje meer gelukkig maken dan kleren en een geurtje? Vandaag niets! Helemaal niets!

dinsdag 5 oktober 2010

Zo maar een dag..

Wat een prachtige dag vandaag weer, heerlijk! Ik heb het thuis dan al wel ietsje in herfstsfeer, maar daarom geniet ik zeker niet minder van dit heerlijke weer! Ik had trouwens veel dingen om blij van te worden vandaag, heerlijk!

Zo heb ik vanmorgen het hele huis aan kant gemaakt. Geen bal aan om te doen, natuurlijk, maar als het klaar is, ben ik altijd zo gelukkig als een klein kind op Sinterklaasavond! Nou is het natuurlijk alleen maar voor het oog van het volk aan kant; niet in de hoekjes en kieren kijken..!

Verder heb ik eindelijk mijn plantjes gepot. Dat ziet er al weer heel anders uit bij de voordeur..











Verder kreeg ik een shirt binnen waar ik helemaal blij van word! (Hoewel ik nu goed zie dat ik weer een zwembandje aan het ontwikkelen ben!)


Tot slot is Jongste vandaag begonnen met zijn spiksplinterfonkel nieuwe baantje: Post bezorgen. Hij kijkt vooral uit naar Payday, maar vandaag heeft hij een paar uurtjes flink gezwoegd. Ik ben ter ondersteuning met hem meegeweest: hij heeft alle adressen in het buitengebied, dus dat is nog best even zoeken. Om er in te komen, had hij vandaag niet heel veel adressen, maar het was al met al toch nog een hele trip, en best even lastig sorteren.


Hij is er bijna drie uur mee bezig geweest, maar hij was daarna moe maar zeer voldaan..! Laat het geld maar binnen stromen!!
Ik ben er zelf ook helemaal voldaan van! Straks nog even een uurtje pumpen in de sportschool, en ik vind dat ik dan een zeer vruchtbare dag heb gehad! Morgen weer werken; eigenlijk een rustdag...! :-)




vrijdag 1 oktober 2010

Jongens van dertien


Vandaag wordt hij ein-de-lijk dertien jaar. Zoals hij elk jaar ein-de-lijk jarig is. Want hij is de jongste van de klas. Altijd al geweest. 1 oktober was altijd de grens van het door laten gaan naar het volgende jaar in groep 1. Omdat hij aardig mee kon komen, ging hij door. Elk jaar hebben Prins en ik de overweging gemaakt: Is het wijs hem over te laten gaan? Of is het wijzer om hem te laten doubleren? Elk jaar is hij op advies van juffen en meesters over gegaan. Omdat hij het nog steeds heel goed kon behappen. Maar elk jaar had hij ook last van het opnieuw starten in een klas hoger. Dat was altijd een zware tijd voor hem. (Voor ons dus ook) Tot zijn verjaardag is het elk jaar ploeteren geweest. Wanneer zijn verjaardag dan weer geweest was, en hij de zelfde leeftijd had als zijn klasgenootjes, kon hij weer verder.

Jongste is altijd een bijtertje geweest. Veel bewijsdrang ook. Jongste in de klas, jongste in het gezin, en ook de jongste aan mijn kant van de familie. Nadrukkelijk aanwezig, nooit rust in zijn gat. Hard stemgeluid ook. Hij deed regelmatig mee met harloopwedstrijden. En werd vaak eerste, eindigde nooit lager dan derde. Dat is in het begin leuk, maar dat was later gewoon echt niet leuk meer. Als je je zelf zo voorbij loopt (letterlijk), vergeet je nog wel eens op te letten hoe je je voelt. Die bewijsdrang is tegenwoordig minder. Hij heeft meer rust gevonden. Soms denk ik wel eens: te veel rust. Is vaak thuis, en is dan vrij passief. Niet wat bij hem past, eigenlijk. Maakt zich druk om wat anderen van hem vinden. Voelt zich snel 'minder' dan een ander. Ik hoop dat hij de balans weer kan vinden. De balans tussen doorbijten en rust hebben. Dat hij een manier vindt om weer vol vuur de wereld in te stappen, zonder zich druk te maken wat een ander van hem vindt. Hij lijkt nu de laatste weken wel weer iets van dat vuur terug te vinden. Gaat er meer op uit, lijkt meer te genieten.
Lieve Jongste, ik wens je een prachtig nieuw levensjaar toe, waarin je goede ervaringen op kunt doen, je verder ontwikkeld en je bovenal veel zult genieten. Leuke dingen doen is zo belangrijk, de zorgen komen later vanzelf. Daar hoef je niets voor te doen. Laat die zorgen maar aan je ouders over en heb plezier! Ik hou gruwelijk veel van je..!
Je moesje.