zaterdag 25 april 2015

Stavaza

Gistermorgen kreeg ik een afwijzing voor een vacature die ik echt, écht heel erg leuk vond. Auwstj, Dat deed best een beetje pijn. Natuurlijk had ik niet verwacht dat ik de baan zou krijgen, maar toch wel een beetje gehoopt, blijkbaar. En ja hoor; ik roep dat ik eerst maar eens van de zomer ga genieten en zo, en dat ik niet actief op zoek ga naar een baan. Maar een beetje pijn doet het wel, dus, afgewezen worden voor een leuke baan. Bah.

Maar voor de rest gaat alles goed. Ik zit tot over mijn oren in de organisatie van de avondvierdaagse hier in het dorp en ik krijg de zenuwen als ik bedenk hoe snel dat al is (vier weken) en hoe veel werk er nog verzet moet worden (heul veul). Natuurlijk zijn er akkefietjes en natuurlijk lopen sommige dingen niet zo lekker, maar over het algemeen zijn we een aardig goed geoliede machine met ons vijven in de projectgroep.

De studie is nu ook op volle koers en ook dat vind ik een verrijking in mijn leven. Ik moet ook mijn eigen coachingstrajecten opzetten en dat loopt als een trein. Ik had 5 mensen hiervoor nodig, en dacht ik eerst nog: Waar haal ik die in vredesnaam vandaan? Nu had ik er ineens 15! Twee daarvan zijn zelf afgehaakt, omdat ze het speciaal voor mij deden (lief!), vier daarvan heb ik doorgesluisd naar klasgenoten en met de rest heb ik of al een start gemaakt of een afspraak in de nabije toekomst om te starten. Ik vind het ontzettend leuk om te doen en ik leer er enorm veel van. Ook van de theorie en en de schooldagen krijg ik een kop als een olifant vol kennis. Daarnaast is mijn eigen coachingstraject gestart en dat brengt ook veel met zich mee.

Oftewel: Ik heb heel nog geen tijd om een baan te hebben! ;-)

Ondertussen loopt het hier thuis vrijwel op rolletjes. Er zijn weinig tot geen perikelen en ander energievretend gezwets. En dat is ook fijn!

Nu ik 'tijd zat' heb, was ik van plan om voor de verandering nu eens een skitterende tuin op te kweken komende zomer. De eerste zaadjes kunnen al verspeend worden en ik merk dat ik nu een beetje denk: Ok, en verder? Ik heb een vermoeden dat ik mij toch hier en daar nog ietsje pietsje meer moet inlezen. Maar dat t mooi wordt, weet ik al wel! Maar echt he. Nu maar hopen op een prachtige zomer.

donderdag 16 april 2015

Project X

Ach ja. Ik dacht dat ik Project Studeerkamer wel af zou hebben voordat ik zou starten met de studie. Helaas. Het is twee maandjes later geworden. Whatever.

Er zijn zoveel dingen die op mijn pad komen de laatste tijd! Leuke dingen, interessante dingen. Dingen die mijn dagen opslokken. Ik heb helemaal geen tijd om te werken joh! Haha!

Maar goed, ik ben wel enorm blij dat het Project Studeerkamer nu dan zo goed als af is. Ik ben er bliede mee! :-)

Before & after:








Netjes he?

Maar goed. Dat is dus de theorie. 

In de praktijk gaat het zo:


Maar goed ook. We leven niet in een museum, haha!








dinsdag 7 april 2015

Mientje

Toen ik bijna vier jaar geleden kwam werken op deze locatie, liep ze nog. Weliswaar achter een rollator en bijna met haar neus over de grond, maar: ze liep nog. Ze is geboren in het stadje naast mijn Dorp. Een uitgesproken Stadse. Ze spreekt na al die jaren dat ze er al weg is, nog steeds het typische dialect dan de stad. Ze kan fel en soms wat lomp uit de hoek komen. "Sjonge, wat heb ie dikke kuut'n." Maar van haar kun je het gewoon hebben.

Ze ging langzaam maar gestaag achteruit. Ik had een klik met haar, en omdat het nogal veel was wat ze allemaal te verhapstukken kreeg, vroeg ze met regelmaat of ik even tijd voor haar had. Ik deed dat en luisterde dan naar haar klaagzang. Over het personeel vooral. Hoe die er een zootje van maakten, nooit tijd voor haar hadden en veel meer tijd besteedden aan anderen. Dat haar persoonlijk ondersteuner nooit bij haar kwam. Nee hoor, echt nooit! Ook ligt ze regelmatig in de clinch met een medebewoner. Hij heeft hersenletsel en komt vaak ongenuanceerd uit de hoek: "Ach Mientje, jij hebt toch niks, jij kunt best wel zelf eten/ drinken/ lopen etc." Daar is ze steeds erg verdrietig van. Vindt dat hij dat niet mag zeggen. Maar ja, hij zit er zelf ook niet vanwege zijn zweetvoeten.

Meestal vroeg ze mij langs te komen als er weer iets was wat ze niet meer kon. Opstandig werd ze ervan, van de achteruitgang. Slikken ging steeds moeilijker, praten ook. Toen ik haar uit het ziekenhuis ophaalde nadat ze accuut was opgenomen met een maagbloeding, trok ik haar mijn winterjas aan. Ze wilde het eigenlijk niet eens, die jas aan, bang dat ze hem zou onder kwijlen. Maar het was koud en het personeel had geen winterjas meegegeven in de ambulance. Na de maagbloeding is ze niet meer de zelfde geworden. De rollator staat al jaren te verstoffen.

Ze maakt nu gebruik van een elektrische rolstoel. In het begin was het levensgevaarlijk en zijn er al heel wat stoelen, tafels en andere voorwerpen/ mensen omver gereden. Ook is aan de verf zichtbaar waar zij vaak langsreed. Het is ook geen sinecure om op je 72e nog te leren sturen. Nu is ze 74 en is het gevaar van haar in de gangen geweken: ze kan niet meer goed het knuppeltje bedienen en moet geholpen worden om van A naar B te komen. De kuip op haar rolstoel is precies naar haar lichaam aangepast, maar nog steeds zit ze volledig in elkaar gedoken. Soms praat ze wartaal; spreekt over haar moeder en wil op de brommer weg. Meestal is het dan weer tijd voor een kuurtje tegen blaasontsteking. Want met een katheter ben je een gemakkelijk slachtoffer hiervan.

De zorg voor en om haar wordt steeds groter. Het is bijna niet meer in te passen. Ze is nu eigenlijk een verpleeghuisclient, en 'hoort' niet meer op deze woonlocatie. Ze vertelde me afgelopen vrijdag dat ze weg gaat. Waarheen weet ze niet, het ligt er aan waar er plaats is. Ze vertelde het vrij droog, maar ik weet dat het haar veel verdriet doet, na ruim 25 jaar wonen op deze locatie. Het doet iedereen verdriet, haar zo te zien.  Ik heb haar vaak moeten vragen wat ze zei, afgelopen vrijdag. Ik kon haar amper meer verstaan. In die vijf weken dat ik nu weg ben, is ze al hard achteruit gehold.

Ik heb geen flakkering meer in haar ogen gezien, vrijdag. Ze kon soms 'vals' iets zeggen en dan met lichtjes in haar ogen kijken wat je reactie was. Voor haar is de jeu er een beetje af. Spelletjes spelen op haar PC lukt ook niet meer. Ze weet niet wat ze de hele dag moet doen.

We hebben met zijn allen drie jaar lang zien aankomen wat er nu gaande is. En we hebben het niet kunnen stoppen. Haar lichaam laat haar volledig in de steek, maar haar geest is nog zo levendig en fel. Dat is bijna niet te vereenzelvigen.

Mientje is een van de cliënten die ik ga missen. Natuurlijk ga ik ze allemaal missen, maar ach, als je hersenletsel hebt, is het niet altijd rampzalig als er iemand vertrekt. Een kwart van de bewoners had niet eens meegekregen dat ik al weg was, en leven in hun eigen wereld.

Ik hoop eigenlijk dat Mientje een verhuizing naar een verpleeghuis niet meer hoeft mee te maken. Want daar hebben ze helemaal geen tijd voor de bewoners. Ze zal in no-time wegkwijnen, vrees ik. Ook al is 74 veel te jong, dit leven wens je niemand toe. Opgesloten in je lichaam, je moeilijk verstaanbaar kunnen maken, en overal -echt overal- mee geholpen moeten worden. Terwijl je geest nog vrijwel intact is. Behalve dan als je blaas ontsteekt.

Ik denk dat ik Mientje niet meer terug zie. Maar ik zal haar nooit vergeten.