maandag 27 december 2010

Marijke

Vroeger was Marijke een meid die van het leven een feestje maakte. Ze heeft, na bij een bakker, slager en in een aantal andere baantjes gewerkt te hebben, haar 'ding' gevonden: De horeca. Met veel plezier staat ze achter de bar in het middelgrote dorp waar ze is opgegroeid. Ze kent iedereen bij naam, weet wat ze graag drinken en is een graag geziene gastvrouw. Ze schuimt verschillende feesten af en vindt een prachtig plekje om te wonen: Midden in het bos staat een schattig vakantiehuisje waar ze met haar twee honden met veel plezier en genoegen woont. Overdag slaapt ze uit, dan gaat ze een lange wandeling maken met de hondjes en 'savonds staat ze in de kroeg. Het leven lacht haar toe.

Ze is 36 als ze wordt getroffen door een CVA. Haar rechterarm en been kan ze niet meer bewegen en haar spraak is volledig verdwenen. Ze revalideert zich suf, maar na twee jaar is ze uitgerevalideerd; méér dan dit gaat het niet worden. Ze kan haar rechterhand alleen ter ondersteuning inzetten en haar been kan ze gebruiken om zich voort te bewegen in haar rolstoel, heeft een kleine stafunctie, maar zonder rolstoel kan ze niet. In haar hoofd is ze nog dezelfde Marijke als altijd, maar omdat ze zich niet kan uitdrukken, wordt het leven er niet gemakkelijker op.

Nu is Marijke vijftig en woont al 12 jaar op deze woonlocatie. Al heel wat medewerkers heeft ze aan zich voorbij zien trekken. Ze kan haar eigen ADL verzorgen, ze heeft alleen hulp nodig bij het aantrekken van haar steunkousen. Ze is altijd vrolijk en kan een paar woorden zeggen. Als je het huis binnen komt, word je vaak begroet met een welgemeend "Há-llóóó!" van Marijke. Ze komt regelmatig met snoepjes aan de deur van de personeelskamer. Ook haar medebewoners laat ze hierin niet onbedeeld. Een gesprek met Marijke is best mogelijk, als je er maar de tijd voor neemt en gerichte vragen stelt. Wat belangrijk is, is dat je niet vergeet dat Marijke een vrouw is met prima cognitieve vermogens. Iets wat -vooral staigiares- nog wel eens vergeten. Die gaan hard tegen haar praten op een toon waarop sommige mensen tegen een kind praten. Marijke blijft gewoon vriendelijk en legt het naast zich neer. Vervlakking kan één van de zegeningen van hersenletsel zijn.

Het is tweede kerstdag, en ik sta in de wasruimte de was op te vouwen. Het komt niet vaak voor dat daar tijd voor is, maar het is ontzettend rustig. Veel bewoners zijn naar familie om kerst te vieren. Marijke komt de wasruimte binnen en houdt me gezelschap. De grote droger draait op volle toeren, dus het is een kabaal van jewelste. We ginnegappen samen wat en hebben een leuk gesprek. Ergens in het gesprek -we hebben het net over haar dagbesteding gehad, en wat ze daar allemaal doet- kijkt ze me peilend aan. Ze zegt: "Ik" en ze maakt het gebaar voor Stop. Ik vraag of ze gaat stoppen op de dag besteding. "Néé" zegt ze. "Ik" zegt ze weer, en maakt weer een stopgebaar. Ik begrijp niet goed wat ze bedoelt en vraag waar ze mee gaat stoppen. Ze zegt: "Ik" en maakt een ander gebaar die ik niet thuis kan brengen. Achteraf weet ik dat ze een kruis maakt, want daarna zegt ze: "Ik", telt op haar vingers, haalt haar schouders op, trekt haar wenkbrauwen omhoog en zegt: "Dood!" Het blijkt dat ze -na jaren nadenken en rijp beraad met haar broer en zus- een beslissing heeft genomen om een euthanasieverklaring op te stellen. Ze heeft alles al in kannen en kruiken, geregeld wat er geregeld moet worden met artsen en alles. Het enige wat haar nu nog in de weg staat is een goed moment zoeken. Ze geeft aan dat ze het nog wel een beetje eng vindt. Ook tegen het afscheid nemen ziet ze erg op. Het juiste moment is duidelijk nog niet daar. Maar het geeft haar een prettig gevoel dat ze alle touwtjes zelf in handen heeft, en dat het kan gebeuren op een moment waarop zij er klaar voor is. Ik weet niet goed wat ik hier op moet zeggen, heb niet de juiste woorden paraat en zeg dat haar ook. Ze lacht er een beetje om en gebaart dat ik niets moet zeggen tegen de mensen in het huis. Uiteraard.

Inmiddels is de was opgevouwen,en zit in de juiste wasmanden. Ik zie op de klok dat het tijd is voor het koffiemoment met 'mijn eigen' bewoners. Marijke woont op een andere afdeling dan de mijne. Marijke ziet ook de tijd en maakt aanstalten om naar haar eigen huis te gaan. Ze lacht, ik grimlach terug, en ze vertrekt. Mij een beetje beduusd achter latend. Hoe sterk moet je daar voor zijn!?

vrijdag 24 december 2010

Wat een heerlijke pre-kerstdag

Dat je 'smorgens, na een uur (in plaats van een half uur) rijden ein-de-lijk aankomt op je werk (om tien voor zeven), en dat je dan de parkeerplaats niet eens op kunt komen vanwege overmatige sneeuwval. Je banden gieren het uit: in zijn één, in zijn twee en in de achteruit. Dat er twee mensen staan te kijken waartoe je je wanhopig went: "En nu?" En dat zij dan spontaan met zijn tweeën tegen jouw auto gaan staan duwen om je in ieder geval van de straat te krijgen. Hoe je er dan later weer uit moet, dat is van latere zorg. Bovendien heb je drie parkeerplaatsen voor jou alleen, want recht heb je de auto niet meer kunnen krijgen. Die spontane hulp was hartverwarmend!

Dat je 'smiddags, als je dienst is afgelopen (je hebt geen moment aan de auto gedacht en vooral hoe hem er uit te krijgen), bij je auto komt die breeduit staat geparkeerd en dat je denkt: "Oh ja." Je banden gieren het uit: in zijn één, in zijn twee en in de achteruit. Je stapt weer uit en begint de banden met je voeten uit te graven. Aan de overkant staat een dame met een peuter op de arm te kijken en in gebrekkig nederlands zegt ze: "Joe moet die mat gebreuken! Die otomat! Oender die wielen en dan raiden!" Ik heb de automatten toch al afgeragd, dus dat plan komt mij niet geheel onlogisch voor en ook om haar niet voor het hoofd te stoten (...) leg ik twee otomatten achter de wielen. Eentje vóór en eentje achter, op aanwijzing van die dame. Ik probeer het nogmaals. het lijkt een beetje te lukken, maar toch schiet ik maar dertig centimeter op. Ondertussen komt een auto aan gereden, en de meneer wenkt vriendelijk dat ik er maar even tussen moet piepen. Ik knik en gebaar dat ik wel wíl maar ik weet niet hoe, ik weet niet hoe, ik weet niet hoe! De meneer zet zijn auto aan de kant, stap uit en lacht vriendelijk. Het blijkt een móóie meneer te zijn, altijd leuk. Hij gebaart dat ik van vóór naar áchter moet gaan. Ja, mooie meneer, ik wil wel maar ik kannie! Maar -om hem niet voor het hoofd te stoten (...) Rij ik drie centimeter naar voor, drie centimeter naar achter. En nogmaals En nogmaals. En verdomd, de vieder keer kom ik zéker twee centimeter verder. Maar dan gieren de banden weer en lijkt het hele bevrijdings verhaal zich in een impasse te bevinden. De mooie meneer komt bij mijn raampje staan en zegt vriendelijk: "Ik help je wel even", en begint te rukken. Uhm, aan mijn auto welteverstaan! "Naar vóór, naar áchter, naar vóór, naar achter!" roept de mooie meneer enthousiast. Ik doe braaf wat mij gezegd wordt. Ondertussen blokkeer ik de hele weg en er heeft zich aan beide kanten al een beste sliert auto's verzamelt. Met daarin écht aléén maar mánnen! Die allemaal glimlachen, ongelogen. Ze willen allemaal dit arme, domme vrouwke redden, die géén winterbanden heeft, en zo te zien ook niet weet hoe ze los moet komen. Hier en daar zie ik al enkele portieren open gaan, echt waar. Ik kom langzaam los, en de mooie meneer wordt nóg enthousiaster: "Jaaahaaa! Jaahaaa! Bijna! Jaaaaah!" Ik zeg: "Oh, wat bent u een engel! U bent een kérstengel! Heel erg bedankt!" "Uiteraard! Graag gedaan." En hij is toch zo gewoon gebleven, je snapt het niet. De mevrouw met de peuter op de arm roept: "De mátten! Niet die mátten verketen!" En werpt ze door mijn open raampje. Ik blijf maar roepen dat er zulke áárdige mensen in Grote Stad wonen (terwijl de buurt waar ik werk niet echt hoog staat aangeschreven bij de politie, zeg maar) De dame en de mooie meneer blijven mij uitzwaaien tot ze me niet meer zien, en ik rijd met een gelukzalige glimlach richting huis: hartverwarmend!

Dat je -gelukkig is de snelweg ietsje beter begaanbaar, en durf je op sommige stukken zelf hónderd km per uur- een vrachtwagen inhaalt. Blijkbaar kwam ik toch wat voorzichtig over, want zodra ik langs de vrachtwagen heen ben, knippert hij met zijn lichten dat ik naar rechts kan. Ik moet er hardop om lachen. Ja, het valt nog niet mee voor mij om de achterzijde van zo'n Ford Focus Station in te schatten, haha!

Dat je een leuke kerstavond hebt met je schoonfamilie met een vree(t)dzame maaltijd en gezelligheid. En dat je dan met ál je mannen thuiskomt, en je meldt dat je jonge heren die 'nepkadootjes' onder de kerstboom mogen uitpakken. Er zit voor allebei een Ipodoplader cq wekkerradio in. "Chill!!" En dat ze dan allebei spontaan hun scrupules opzij zetten en jou én Prins allebei stralend en blij een dikke klapzoen geven. (dat is toch al weer een hele poos geleden voor beiden). Het was de kers op de taart, heerlijk. Hartverwarmend!

Fijne dagen en geniet van wat je hebt!

woensdag 22 december 2010

Stress? Neuh..

Vorige week gebeurde het dan toch: Mijn emmertje liep vol. Vraag me niet hoe het kan: ik snap het ook niet. Ik kan het eerlijk gezegd ook niet goed hebben van mezelf. Want als ik het sec bekijk, heb ik een luizenleven. Ik werk 70%. (Okee, de laatste weken wellicht ietsje meer, maar kom, ik ben een jonge, bijdehandte, selfmade woman, die zich niet door een paar uurtjes meer werken in de hoek laat zetten. Toch?) Ik heb een vent die mij op handen draagt (nou ja, net letterlijk, dat zou wel wat onverstandig zijn); die zijn handen uit de mouwen steekt waar nodig, en regelmatig zomaar alle vuile was omtovert tot fris geurende was, die nadat ik van mijn werk kom, gevouwen en wel in de juiste kasten ligt. Ik heb twee gezonde jongens; ja, kost wat energie, maar dan hebbie ook wat: buitenshuis zijn ze toch in ieder geval nette mannen, die met twee woorden spreken, werken voor hun kost, het redelijk tot goed doen op school en die binnenshuis, soms met enige dwang und drang zelfs nog wel een iets voor je willen doen, buiten hun gewone dagelijkse taken om. Op mijn werk word ik zeer gewaardeerd, zoniet de hemel ingeprezen. Dat ik hier en daar wat achter loop met mijn administratie, en een complete nul ben in de ADL, een onderdeel wat ik niet schuw maar ook niet bemin in mijn werk, dat wordt door anderen door de vingers gezien en besmuikt lachend de schouders over opgehaald. Ik kan dus wel een potje breken.

Wat the f*ck is het dan wat mij op dit moment zo onrustig maakt? Ik heb geen idee! Mijn gedachten malen rond met alles wat ik nog (vaak van mezélf) nog moet doen, en waarom zitten er maar viernetwintig lousy uren in een dag!? *Zoveel te doen. Ik heb nog zoveel te doen.*

Dinsdag was het klaar. Het lukte gewoon niet. Ik had eigenlijk een dagdienst willen draaien, waarbij ik net na de spits zou gaan rijden, zodat ik a. een heel eind zou kunnen komen met mijn administratie op 't werk, b. ik een werkoverleg zou kunnen voeren met mijn leidinggevende, zoals gepland, c. ik naar de afscheidsborrel van twee collega's kon aan het eind van de middag, d. ik daarna nog een paar uurtjes zou kunnen gaan werken, en dan e. 'savonds kon gaan kroamschudden* met het hele team bij een collega. De dag begon niet goed. Oftwel: er kwam niets uit mijn handen. Waarop ik besloot om dan maar om 13 uur te beginnen, zodat ik op tijd was voor het werkoverleg. Ik trok mij de haren bijkans uit het hoofd als ik er alleen maar aan dácht dat ik op tijd ergens -waar dan ook- zou moeten zijn. Dat past niet bij mij, mensen. Helemaal niet omdat deze afspraak om 13.00 uur was. Ik merkte dat ik het niet meer trok. Ik belde mijn leidinggevende. Die pakte niet op. Ik stuurde een mail, waarin stond dat ik het vandaag niet ging redden om 13.30 uur, en dat ik haar op dat tijdstip zou bellen over het hoe en wat. En ik dacht nog zo: Ik ga niet huul'n! Bah! Maar natuurlijk, ik ging wél huul'n, om half twee met mijn leidinggevende aan de telefoon. BAH! Lang verhaal kort: Ik ben 'savonds alleen maar met mijn team wezen kroamschudden.

Ik had een afspraak met twee vriendinnetjes staan, afgelopen weekend in Groningen. Heerlijk therapeutisch werken dit soort afspraken altijd. Vaak kom ik volkomen Zen terug. Dit keer was ik niet helemaal Zen bij terugkomst, maar ik had toch weer even lekker bijgetankt. Leidinggevende zei vooraf ook dat ik hiervan vooral moest genieten. Niet dat ik dat niet had gedaan als zij het niet had gezegd, maar toch geeft dat een vrij relaxed gevoel; weten dat je leidinggevende snapt waar de zere plek zit. Na vier dagen vrij (een luxe!), moest ik vandaag weer aan de bak. Ik besloot het rustig aan te doen, en om te beginnen een halve dag te gaan werken.

'sMorgens om een uur of negen maak ik al de balans op van wat ik allemaal moet doen. Voorbeeld: vandaag
9.00 uur: Ik moet niet vergeten om:
- die laarzen die al na twee dagen dragen al beschadigd waren te ruilen
- spullen op te halen bij een fabriek voor het bedrijf van een goede kennis in de plaats waar ik werk
- de wc te schrobben
- de planten water te geven
- de vaatwasser uit te pakken
- de verjaardag van zoon van vriendin niet vergeten
- met twee clienten een orientatiebezoek brengen aan een activiteitencentrum
- oja, en vanavond is er ook nog een kerstborel van het werk!

Praktijk:
Na het douchen, scrubben, poetsen en wat dies meer zij, is het al 10 uur. Jongste heeft hulp nodig bij het op de fiets knuppen van zijn posttas, dus die maak ik wakker uit zijn marmottenslaap: "Als ik je nog moet helpen, prima, maar ik ga zo weg, dus..." Jongste brak en duf uit bed, ik hem helpen. Spullen bij elkaar zoeken (zoals: Mobiel, autopapieren, appel, brood, flesje water, siegretjes, aansteker, portemonnee, sleutels, x2. De laatste drie items waren uiteraard onvindbaar, maar blijkbaar heb ik een selectief zicht, want Jongste viste ze alledrie met zijn duffe hoofd tevoorschijn. Om 10.30 uur op naar Kleine Stad om de laarzen te ruilen. Werd niet moeilijk gedaan bij Schuurman, mooi, meteen nieuwe uitzoeken. Maar ja, dat duurt toch al snel een stief half uurtje voor je verder bent. En dat vind ik nóg knap van mezelf! Op weg naar de auto ontdek ik dat ik geen brood bij me heb. Even langs de bakker  patissier en broodspecialist dan maar. Waar een rij staat van hier tot heul ver, en de meiskes achter de toonbank hebben geen flauw benul van de wereld buiten de winkel, en met hun klanten en passant nog even de laatste Stadroddels doornemen. Voor het luttele bedrag van € 3,10 ben ik zes krentenbollen rijker. (Dat is fl 1,15 per bol, maar terugrekenen doe ik al jaren niet meer) Op de weg is het, uhm, niet echt goed gestrooid zeg maar en ik glibber Kleine Stad uit, naar de snelweg, waar het wel goed toeven is, want niet glad, naar Grote Stad, 35 km verder op. Daar moet ik nog 'even' iets ophalen voor een goede kennis zijn bedrijf. Geen probleem. Ik rij lángs mijn werk, maar moet nog even dieper De Grote Stad in, en ben drie kwartier later dan toch eindelijk op mijn werk. Kortom: Ik ben om 10.30 uur van huis vertrokken, en kom om  12.45 uur op mijn werk aan. En dan moet mijn werkdag nog beginnen. 

Nou ja, lang verhaal kort, maar mijn halve werkdag vandaag was niet heel productief. Aansluitend was er een kerstborrel met alle collega's, wat er gezellig was. We kregen iets mee van onze baas: Een heuse slogan voor het nieuwe jaar. Ze sloeg de spijker op zijn kop. Mooi hoe dat gaat. De slogan was:
"MOET IK DIT NU DOEN" Volgens haar op vijf verschillende manieren uit te leggen:
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?
Moet ik dit nu doen?

Ik zeg: Laat dit ons aller slogan zijn voor het komende jaar. Ik vind het briljant!



* Op kraambezoek in Twente

woensdag 15 december 2010

Een meid er bij..!

Gisteren belde mijn beloved broertje op met de verheugende mededeling dat hij en zijn vrouw bij de twintig-weken-echo te horen hadden gekregen dat zij een dochter krijgen. Een dóchter! Een meisje in deze jongensfamilie! Hoe leuk is dat! Ik denk dat bovenstaande zaken niet al te veel voor zullen komen in huize Broer-van-Eef, omdat zij wel stoere menschen zijn, maar toch is het leuk om er bij weg te dromen.. PIP-behang! Hoe leuk is dat! Maar goed. Misschien moet ik mij van de inrichting van de babykamer maar verre houden. Ik bied uiteraard wel mijn diensten aan, maar op een bemoeizuchtige (schoon-)zus zitten ze vast niet te wachten.. Maar mocht het me gevraagd worden, trek ik alle registers open, haha! Wát een leuke meisjes-dingen zijn er eigenlijk..! Ik overweeg serieus om te gaan leren haken; ontzettend cute vestjes kom ik overal tegen. Wat me bij De Neef van Eef helemaal mis ging (ontzettend veel plannen om allerlei dingen te gaan m aken, maar weinig euhm.. wol zullen we maar zeggen) gaat me nu zéker niet gebeuren! (Denk ik) Ik ga aan de slag! Eerst maar eens rondkijken wat er allemaal te maken valt. (En dan proberen om niet te veel weg te dromen bij al dat guitige spul, zoals dat de vorige keer gebeurde..!)

Hoe leuk is het als je kleine broertje (weer) vader wordt!!

maandag 13 december 2010

Laat mij uw verjaardagskalender zien, en ik zeg u hoe u bent


Ik kan de foto helaas niet kantelen, op de één of andere manier, jammer!

Moet ik nu iets doen aan mij goed laten informeren, meteen 'nieuwe' verjaardagen opschrijven, een beter time-management, of gewoon een nieuwe kalender kopen en met potlood invullen?
(Tess was trouwens 2 december jarig..!)




vrijdag 10 december 2010

Pubervanzelfsprekendheid


Gisteren, 18.30 uur:

"Hee mam, ik moet nog even een briefje schrijven voor mevrouw S. van wiskunde, en die moet jij ondertekenen."
"Oh. Ik hoefde vroeger nooit brieven te schrijven naar leraren. Waarom moet je dat dan?"
"Nou, ik had een S.O. verkloot, en toen mocht ik hem samen met iemand anders overmaken, maar diegene kwam niet opdagen, en dus heb ik hem ook niet gemaakt, en nu moet ik een briefje schrijven waar jij ook je handtekening onder moet zetten."
"Wacht even hoor, Oudste. Je hebt een S.O. verkloot, de juf geeft je een kans om het goed te maken, maar omdat iemand anders niet komt opdagen, heb jij hem ook niet overgemaakt?"
"Pff, ja, hehe. Ik stond op hem te wachten, maar hij kwam niet, en het uur daarna hadden we les van mevrouw S., en toen heb ik gezegd dat P. niet kwam opdagen, en ik dus ook niet."
"Wacht even Oudste, ik geloof niet dat ik het goed begrijp. Je krijgt de kans om een verkloot S.O. over te maken, gewoon omdat mevrouw S. jou zo'n aardige jongen vindt, en jij komt niet opdagen, omdat iemand anders niet komt opdagen? Hm, ik vind dat op zijn zachts gezegd een beetje dóm."
"Pfft, ja. Wist ik veel dat die ander niet kwam! We moesten hem sámen overmaken!"
"Sámen overmaken? Dus jouw cijfer hing af van die ander?"
"Pfft, nee dat niet, maar ik stond op hem te wachten, en ineens was het tijd voor het volgende lesuur en toen heb ik gezegd dat ik op hem had staan wachten en dus het S.O. niet had kunnen maken. En nu moet ik een briefje schrijven om hem alsnog te maken! Pfft!"
"Dus, Oudste, als ik het goed begrijp, heb jij een S.O. verkloot, de juf geeft je een tweede kans, jij laat het uur waarin je hem kunt maken gewoon voorbij gaan, de juf zit een uur voor niets op jou te wachten, en nu krijg je alwéér een kans om hem over te maken, gewoon door een briefje te schrijven?!"
"Ja, wist ík veel dat die jongen ziek was! Daar kon ik toch niets aan doen?!"
"En nu wil je graag dat ik dat zomaar onderteken? Zonder vragen?"
"Ja, mijn hemel zeg! Is dát nu zo moeilijk? Ik ben éérlijk door te zeggen dat ik een S.O. heb verkloot, ik vraag alléén maar of je een handtekening wilt zetten, en meteen heb ik weer de grootste poppenkast!"
"Nou nou, Oudste, volgens mij heb jij Poppenkast-gewijs gezien nog niet zo héél veel te klagen hier in huis. Ik vind het gewoon Olie-Oliedóm van jou dat je een kans om een fout te herstellen laat afhangen van iemand anders. Die niet de moeite neemt om jou te zeggen dat hij niet komt. Wat ik overigens ook niet had gedaan als ik ziek was geweest, omdat jouw cijfers  niet van die ander afhangen."
"Pfft! Pfft! Sjémig! Nou! Wil je dat briefje nu nog ondertekenen of niet?!"
"Ik wil hem wel ondertekenen, maar alléén als jij een heel goed briefje schrijft, waarin je laat zien dat je het zelf eigenlijk ook een stomme actie vindt."
"Pfft!"

Vanmorgen 8.00 uur: (De les begint om 8.10 uur)
"Heb je die brief nou nog geschreven?"
"Ow ja!"(Roffelt de trap naar boven, en weer naar beneden)
"Hier!"

"Hoi mevrouw S.

Kan ik nog een kans krijgen om het S.O. over te maken? Het was erg dom van mij om niet te komen. Mijn ouders vonden het ook erg dom. Ik hoop dat ik nog een kans van u krijg.

Groetjes, Oudste."




Voor galg en rad, zeg ik u.

zaterdag 4 december 2010

Volgende week vrijdag, jawel op de verjaardag van De Neef Van Eef, loopt mijn rijbewijs af. Hoogste tijd dus om een nieuwe aan te vragen. Dat dacht ik gisteren al, en ik wist dat donderdagavond het loket Burgerzaken in Het Dorp geopend is. Maar heel de dag gewerkt, en nog inkopen te doen voor Snieklaas, had ik eigenlijk niet zo veel zin om met mijn coupe 'Achterstevorendoordeheggekropen' pasfoto's te gaan laten maken waar ik nog tien jaar tegen aan moet kijken.
Dus toog ik gister met een blij gemoed met de mannen naar De Stad om daar in één klap alle k'dootjes in te slaan. We stonden verbaasd van onszelve: Prins ging met Oudste en ik met Jongste, en zowaar hadden we alles binnen een uur in the pocket. Dat is ons nog niet eerder gelukt, zo soepel verloop van Snieklaasinkopen doen! (Nu alleen nog maar de gedichten en surprises. Voor zaterdag 19 uur. Eitje.)

Was ik nu maar gewoon een fotograaf binnengehold (ik bedoel de zaak), en was ik nu maar gewoon aangesloten in de rij voor Burgerzaken, dan had ik mijn gloedjespikfonkel nieuwe rijbewijs tijdig in the pocket gehad. Want: Ik kan zowel in Het Dorp als in De Stad daarvoor terecht, vanwege een fusie van jaren her.

Nu was ik vanmorgen -nog gekleed in mijn badjas en mijn haar op zolder- nijver bezig met surprises maken. Een torenspits voor Oudste, lang verhaal, en een (brug-)Smurfin voor Nichtje. Ik papiermacheede er wat af en het heeft er alle schijn van dat het allemaal nog lukt ook. (Ik heb een start gemaakt voor Nichtje, want als Prins dat zelf moet doen, wordt het hem niet, dat vind ik zo sneu voor Nichtje)

Nadat ik gedouched had, weer was opgedroogd en een lichte doch voedzame lunch tot mij had genomen,  toog ik vol goede moed naar de fotograaf hier in 't Dorp. Die overigens zonder verwarming zat, wat heel sneu was, maar wat verder niets bijdraagt in dit relaas.

Pasfoto's maken is niet iets waarvan ik denk: Jeuh. Ze worden nooit zoals je hoopt. De foto die ik er nu (nog) op heb zitten valt overigens alles mee. Ik krom niet mijn tenen als ik hem zie. Ook niet na tien jaar nee. Er staat een mager, maar blij meiske op, met de haren welliswaar wat woest, maar de blik in haar ogen is goed. Levensvreugde lees ik er in. Na een klotejaar begon ik weer wat op te drogen. Mooi.
De foto op het rijbewijs daar vóór vond ik ook verskriklek in het begin. In die tijd (vraag me niet hoe, twintig (20!!) jaar geleden kon je nog wachten op je rijbewijs. Ik was kort voor sluitingstijd op vrijdagmiddag geslaagd, en rende dus door de Grote Stad om pasfoto's te laten maken. (Ik was ook toen al niet zo georganiseerd, nee) Ik stond dus blij en gesjeesd op de foto: Haar glad achterover van het rennen en het stralende gezicht van een pasgeslaagde. Ik kon het later wel waarderen. Op het gemeentehuis kon ik nog nét voor het weekend mijn rijbewijs meenemen. Wel in een getijpte versie, want die nieuwe dingen, kompjoeters ofzoiets, die deden het even niet. Het meisje achter de balie vroeg nog of ik bezwaar had tegen een getijpte versie: Welnee meid, voor mijn part doe je het in hierogliefen! Al met al een prettige foto, omdat het het gevoel opriep van de wereld aan je voeten! (Dat ik drie maanden later de auto van mijn vader in de prak reed, doet daar niet aan onder)

Maar goed. Vandaag wilde ik dus op voor mijn derde rijbewijs. En ja: dat is zoals het klinkt: Oud. Ik had net zo goed met mijn foute coupe van gisteren kunnen gaan, want de foto waar ik nog tien jaar tegen aan moet kijken is niet gelukt. De fotograaf snapte niet waarom ik niet blij was, en wilde er wel eentje over maken. Maar ik vermoed dat als je niet eens mag lachen ("Kijk maar positief, als je maar niet glimlacht", zei de fotograaf nog), de overheid het ook wel niet zal toestaan als je de foto volledig fotoshopt. Toch? Wát een ouwe kop, tsk. Dat komt natuurlijk van al dat Klaas-gehaast. En mijn haar zat  zit ook voor geen meter de komende tien jaar. Maar goed, daar doe je verders niets aan, het zij zo en hoe vaak kijkt er nu iemand in op mijn rijbewijs? De afgelopen twintig jaar heb ik hem een keer of vijf moeten laten zien, dus dat is te verwaarlozen.
Dus; in 't ototje, en Op Naar De Stad.

Daar hebben ze overigens twee jaar geleden een gemeentehuis neer laten zetten, daar word je gek van, zo groot. Ik was er nog nimmer geweest, dus nu zou ik dan eindelijk het grootse gebouw van binnen gaan aanschouwen. Ik moest om te beginnen al zoeken naar de ingang. Daar hing een bordje:
Even wachten aub, de deuren staan op winterstand.

Dus ik braaf wachten. En wachten. En ik dacht: Verhip, dat is wel een heel lange winterstand. Tot ik naar rechts keek, en daar een ánder bordje zag hangen, met de openingstijden. Ik vind het werkelijk niet te geloven. De Stad wil mee doen met Wie Heeft Het Grootste Gemeentehuis Waarvan De Lampen Dag En Nacht Branden, het gebouw ziet er toch wel behoorlijk futuristisch uit, De Stad zet zichzelf hier waarschijnlijk wel mee op de architektische kaart, maar..
Ze. Zijn. Alleen. Op. Donderdag. 'sMiddags.(en'savonds!!) Geopend. De rest van de week alleen maar in de ochtend. Dat héle grote gebouw! Naaaah! Dat zijn toch wel openingstijden uit de tijd dat de burgemeester nog met de koets werd opgehaald van huis, of niet dan!? Dat ze nog kookten op echt vuur, dat ze Maandag op de Bleek wasten en de vrouwen al helemaal geen stemrecht hadden.

Oftewel: Het zat niet mee vandaag.