zaterdag 29 november 2014

Balansdag.

Als ik het zonnig bekijk, dan zie ik vooral kansen voor mezelf in 2015. Ik kan en mag mijn huidige baan langzaam afbouwen en krijg dus de kans om langzaam te wennen aan mijn nieuwe leven. Ik kan in alle rust starten met een nieuwe studie en zal daar enorm veel gaan leren. Mijn huis is altijd opgeruimd, want ik begin met een enorme grote opruiming en dat is dan makkelijk bij te houden. Ik ga ook een paar klussen aanpakken, en een daarvan is een kamer in huis opknappen; behangen, verven en opnieuw inrichten. Dat wordt een studeer-achtige kamer. Hij staat nu nog een beetje vol en ik heb de was er hangen, maar straks is het een prettige kamer waar de zon altijd naar binnen schijnt (ook al kijkt hij uit op het noorden) en waar ik de meest fantastische dingen zal creëren en de meest goede ideeën tot mij zullen komen. Waar dan weer van allerlei kansen en mooie dingen uit voort zullen komen.

Als ik het van de schaduwkant bekijk, zie ik het volledig anders. Nu ik ben begonnen met ‘mijn issues’ op te ruimen, brengt dat heel wat onrust met zich mee. Joh, waarom heb ik in vredesnaam alle bagger weer opgerakeld? Waarom vond ik het nodig en goed om weer eens meer naar binnen te kijken en eens te gaan beginnen met de grote opruiming? Het brengt me van mijn stuk, en hoe. Het grijpt in in alle relaties die ik heb, van voor naar achter, van links naar rechts. Gezin, ouders, naaste collega’s en vrienden hebben er allemaal al mee te maken gehad. De een wat minder dan de ander, maar het gaat ze allemaal aan. Want er gebeurt iets met me en ik kan niet voorkomen dat ik er zonder kleerscheuren uit kom. Wat niet erg is, ik kan wel een nieuwe garderobe gebruiken.

Het is niet dat ik ineens een ander mens ben, maar er vindt wel een verschuiving plaats. En ja, misschien heeft dat ook best wel een beetje te maken met het feit dat de jongens hier in huis mij ‘ineens’ niet meer zo nodig hebben. Misschien ben ik diep in mijn hart toch wel een enorme Florence Nightingale die d’r kicks haalt uit het zorgen voor anderen. Maar die zorg hebben ze helemaal niet meer nodig. Natuurlijk zijn er  nog puber-issues, maar die zijn peanuts vergeleken met door welke testosteron-stormen we hier door zijn gegaan met zijn allen. Echt, ik had nooit gedacht dat ik het zó lastig zou vinden, dat puber-gedoe. En natuurlijk zitten we er nog steeds in, maar het heeft er alle schijn van dat het nu echt gaat liggen, die storm. Hier en daar een duizend-bommen-en-granaten-moment, waar ook echt wel wat pannen van het dak vliegen, maar toch is de scherpte van voorheen er af. Gelukkig. Maar blijkbaar had ik die toch meer nodig dan ik zelf dacht: Ik ben best goed in sussen, in goede banen leiden, ruzies beslechten en de rust terug brengen. Nu dat niet meer hoeft, brengt me dat dus blijkbaar toch wel van mijn stuk. Want wat blijft er nu eigenlijk over van Evelyn? Nu ik weer min-of-meer volledig ben terug geworpen ben op mij? Niets geen brandjes meer blussen, niet meer als een soort reddende engel te hoeven worden ingevlogen? Niet thuis en al zéker niet meer op het werk?

Ja, natuurlijk wil ik de woonlocatie op weg helpen in het project Alle Eenheden Professioneel Gezond; ik denk zelfs dat ik daar een goede rol in kan spelen. Maar waar zou ik dat voor doen? Natuurlijk zal ik met een beter gevoel vertrekken, maar alles, werkelijk alles wat ik doe, zal niet voor mezelf zijn. Ik ben bezig met de poten onder mijn eigen stoel weg te zagen. Want ik merk nu al hoe het me aangrijpt, dat ik straks niet meer in die trein zit. Ik wil het niet, maar ik sta toch al een beetje met één voet buiten. Maar natuurlijk zal ik mij inzetten voor het project. Gewoon, omdat dat beter is voor iedereen. Ik zou anders best wel eens een zuur wijf kunnen worden, die overal tegenaan schopt en honend kijkt hoe men bezig gaat met veranderingen doorvoeren. Veranderingen waarvan ik zeker wel het nut inzie, maar die me niet gelukt zijn door te voeren in de afgelopen drie jaar. En neen, dat wil ik niet.

Ik begon wat nukkig te worden, en het werkleven glipte me uit de vingers. Het gezinsleven ook, trouwens. Ik was volkomen uit balans en het lukte me maar niet om deze terug te vinden. Ik werd er bloedchagrijnig van, vergat dingen en kon me alleen staande houden door ad-hoc te redden wat er te redden valt.

Het lijkt er op dat ik –eindelijk- weer op de goede weg ben. Ik heb mijn zaakjes op dit moment wat beter op orde. Dacht ik. 

Zo terugkijkend, vraag ik mijzelf eigenlijk af hoe ik er in vredesnaam bij kwam dat ik ‘even wat issues op ging ruimen’, zodat ik straks lean & clean aan de studie kon beginnen. Ik merk dat ik totaal niet heb nagedacht over wat er dan in de tussengelegen periode zou plaatsvinden. Maar een uitglijder nu en dan mag, is niet erg: opstaan en weer doorgaan.


Toch?

zondag 23 november 2014

Negentien

Oudste is zo-goed-als jarig. Hij wordt 19. Ne-gen-tien. Ongelofelijk. Het kind dat mij moeder maakte is 'alláng' geen kind meer. In leeftijd dan. In zijn doen en laten heeft hij nog veel te leren. Net als ik overigens, en ik ben 43.  Maar hij vindt zelf dat hij de geheimen van 't leven wel kent. De wereld ligt aan zijn voeten en hij weet 't allemaal al wel. Net als ik dat wist toen ik 19 was.

Er is niemand in de wereld die mij meer kan raken dan deze jongen. En er is vooralsnog niemand in de wereld die hem meer kan raken dan ik. We weten het van elkaar en toch gebeurt het steeds weer. Ik ben de rode lap, hij de stier. En hij is mijn rode lap. Hij lijkt ontzettend veel op mij, in zijn doen en laten. Soms is het bijna griezelig. Ik kan zijn gedachten bijna horen. Niet in alles hoor, gelukkig niet. Maar wel in zijn interactie met mij. Hij vindt dat hij totaal niet op mij lijkt. Hij zeurt niet half zoveel als ik. Wat zegt hij? Nog geen fractie.

Niemand kan mij zo snel op de kast krijgen als hij. Niemand krijgt hem zo snel op de kast als ik. Maar. Ik wil hem helemaal niet op de kast krijgen. We doen het beiden niet met opzet. Het gebeurt gewoon. Maar met niemand in de wereld kan ik het zo snel bijleggen als met hem. Met niemand heb ik zo'n turbulente relatie als met hem. Jantje huilt en Jantje lacht, binnen een mum van tijd.

Maar er is geen enkel ander persoon op de wereld die mij moeder maakte.

Elk jaar op zijn verjaardag word ik een beetje weemoedig. Denk ik terug aan zijn geboorte en de eerste twee spannende weken. Hij maakt de meest uiteenlopende emoties in mij los, deze jongen. Hij kent mijn achilleshiel, weet deze feilloos te vinden. Maar hij hoeft ook maar met zijn ogen te knipperen en hij heeft mij op de knieën. Om daarna zijn mond open te doen en mij op mijn achterste benen te hebben.

Deze jongen, alweer 19 jaar op deze wereld.

Wat je ook doet, mijn jongen, ik vind het allemaal goed. Ook al lijkt dat niet altijd zo. Ik wil echt dat je gelukkig bent, dat je je eigen keuzes maakt, je eigen leven opbouwt, vormgeeft en leeft.
Wat werk je hard, wat ben je oprecht en eerlijk. Maar wat ga je ook soms hard op je gezicht. ik zég dat dat er bij hoort, maar dénk bij mezelf: Ik wil hem behoeden. Maar ik weet ook dat jij je eigen fouten moet maken. En ja, soms lopen we hard op tegen elkaar.

Maar weet dat ik onnoemelijk veel van jou en je broer hou.

x Moeke.

dinsdag 7 oktober 2014

Anti-geranium-beweging

Om 'straks' niet achter de geraniums te belanden, ben ik mij al aan het oriënteren op "hoe dan verder". Zo schreef ik mij in bij de vrijwilliger thuiszorg. Toch nog een beetje zorg en een reden om de deur uit te gaan. Ik ben namelijk als de dood dat ik helemaal ga verslonzen. Wat als ik geen reden zie om me vlot in de kleren te hijsen? Wat als ik elke dag om 12 uur denk: Nou, laat ik me maar eens gaan aankleden? Wat als ik op formulieren moet invullen als beroep "huisvrouw"? Niet dat ik vind dat daar iets mis mee is, het past alleen niet (meer) bij mij. Toen Oudste werd geboren, werd ik thuisblijfmoeder. Altijd en overal had ik het gevoel dat ik mij moest verdedigen hierover. En ik paste dan wel op andermans kinderen, maar voor mijn ego was dat niet heel erg geschikt. Maar ja, toen had ik nog kleine kindjes; die kleine kindjes van toen hebben mij niet meer nodig. Nou ja, niet in die mate tenminste.

En wat nu als ik niks kan vinden? Een baan die me enige voldoening schenkt? Ik bedoel: ik hoef geen gelijkwaardig baan zoals ik nu heb te gaan zoeken. Dat lijkt me -zeker aan het begin- in combinatie met een nieuwe studie niet zo euh, handig. Een nieuwe baan kost al best veel moeite, en deze baan heeft mij veel goeds gebracht, maar ook vooral in het begin enorm veel energie gekost. Wat niet erg is, integendeel. Ik heb wel iets nodig om mijn tanden in te zetten. Maar het lijkt me een goed idee om eerst een beetje in het zadel van de studie te komen.

Maar goed, mocht ik nu geen leuke baan kunnen vinden, dan heb ik in ieder geval dit vrijwilligerswerk achter de hand. Want hee, ik wist helemaal niet dat dat zoveel mogelijkheden met zich mee bracht! Zo ga ik eind deze maand bowlen met een groep van negen jongens in de leeftijd van 18-20 jaar met een verstandelijke beperking. Want ook het (helpen) opbouwen van vrienden groepen is een onderdeel van de vrijwillige thuiszorg. Deze jongens vinden het moeilijk om een vriendschap op te bouwen en te onderhouden. Ik ga dat samen met een andere nieuwe vrijwilliger doen, en het lijkt me hartstikke leuk! Zo zou ik ook best met die dame die slecht ter been is wekelijks naar de bieb willen. Of met die heer gaan toeren door het mooie Twentse & Sallandse land, zodat zijn vrouw even de handen vrij heeft om iets voor zichzelf te doen. Als ik niet zo'n gruwelijke hekel had aan zwemmen zou ik ook wel met dat negen-jarige autistische meisje willen zwemmen. Kortom: Er is van alles te doen bij de vrijwillige thuiszorg. Palliatieve terminale zorg is niets voor mij. Ik zou hele dagen lopen brullen. En: je moet doen waar je goed in bent, niet?

zondag 5 oktober 2014

Life is a rollercoaster.

Pfoe, en dan wordt de achtbaan in werking gezet. De achtbaan waarvan ik zelf de knop heb ingedrukt, dat wel. Maar van te voren wist ik eigenlijk niet goed hoe de achtbaan er uit zag, of hij wel deugdelijk was en of de karretjes wel veilig waren.

Ik heb het heft in eigen handen genomen, en dat voelde goed. Heel goed zelfs. Collega's volgen mijn voorbeeld. Inmiddels ligt het concept sociaal plan er. Ik heb het niet gelezen. Ja, even vluchtig. Maar het is niet op mij van toepassing. Wel is het mobiliteitsplan verruimd. Niet persee in mijn voordeel, maar echt heel slecht word ik er ook niet van. De vaststellingsovereenkomst ligt voor me klaar. Ik kan er nog even op kauwen, als ik dat wil. Er staan een aantal dingen in waarvan ik denk: "Huh?" Zoals bijvoorbeeld: 'Werkgever en werknemer hebben geconstateerd dat tussen hen een verschil van inzicht is ontstaan over de wijze waarop de werkzaamheden behorende bij de in artikel 1 genoemde functie moeten worden verricht.' Nou, dat dacht ik niet hoor. Mijn functie verdwijnt gewoon. Het voelt niet goed om dat er in te laten staan. Dus daar moet nog een gesprek over gevoerd worden. Maar eigenlijk maak ik me daar niet zo druk over. Als ik het recht op WW behoud, dan zal het mij worst zijn wat er in staat. Het is meer een principekwestie dat ik struikel over deze zin.

Waar ik me in het écht druk over maak is dat ik eigenlijk niet goed heb voorzien hoe het afbouwen van je functie eigenlijk voelt. Het team staat momenteel in een wervelende wereld waarin van alles gebeurt en er van alles anders moet. Daar ligt een schone taak voor mij. Een leuke taak ook. Echt. Alleen: straks ben ik er niet meer bij. En mijn voornemen was om alles zo netjes mogelijk achter te laten. Maar dat is moeilijker dan ik dacht. De zinloosheid van wat ik aan het doen ben slaat me elke werkdag in het gezicht.  En dat is niet erg motiverend. Maar ik moet het toch doen. Want anders ben ik straks, aan het eind van het jaar, een enorme zuurpruim geworden. Maar ja, hoe dóe ik dat dan?

Op advies van de Hogeschool waar ik straks met een studie wil beginnen, ben ik gaan zoeken naar een manier om mijn 'issues' op te gaan ruimen. Zodat ik met een open vizier de studie kan starten. Ik heb daarvoor contact gezocht met de trainer/coach die mij, Baas en Collega vorig jaar een traject heeft laten doorlopen. Een traject waarin ik enorm veel heb geleerd. Ze is voedend, onderhoudend en houdt spiegels voor. Mooi. Op mijn vraag of ze mij wilde ontvangen antwoordde ze binnen twee uur na mijn mail met JA! En trouwens, er waren geen kosten aan verbonden.

Na een inspirerend gesprek in haar tuinkamer in een prachtig klein herenhuis-achtig huis, hebben we besloten dat ik een aantal sessies supervisie zal ontvangen van haar. Sinds ik bij haar was, borrelt het bij mij van binnen en merk ik dat alles op zijn kop staat. Wat niet erg is, want dat geeft beweging en beweging geeft wrijving en zonder wrijving geen glans.

Ik dacht altijd: Later als ik groot ben, weet ik alles. Ik dacht dat ik wel groot ben nu, en ik weet geen bal. Hoe meer ik weet, hoe meer ik besef hoe weinig ik weet. Dat is niet erg, soms is het goed om uit je comfort-zone te stappen.

Feit is dat ik nu weet aan het eind van een avontuur sta en tegelijkertijd ook aan het begin van een ander avontuur. En dat is leuk. Een achtbaan.

Ik hoop alleen dat ik in een stevig karretje zit en de achtbaan deugdelijk is.

zondag 24 augustus 2014

Na regen komt zonneschijn.

Ach ja. Ik had het zelf al aangegeven, maar toch vond men van P&O dat het beter was dat ik in gesprek moest gaan met iemand van het voor een hele bom duiten door hen ingehuurde outplacementbureau. Want ja, ik had wel een plan bedacht zelf sterker: ik was er al een half jaar geleden mee begonnen te bedenken, maar ja, mijn blik was wel wat nauw. Want ik had al zo'n vastomlijnd plan. En dat paste niet binnen het plaatje zoals De Stichting had geschetst.

Ok, ok, ik ben de rotste niet. Ik sta in principe helemaal open voor wat betreft mijn werkgerelateerde toekomst. Wat moet ik daar voor doen? Nou, heel simpel: een mailtje sturen naar Meneer X van P&O. Die zal je dan aanmelden bij het outplacementbureau. Mooi. 6 juni stuurde ik een mail naar meneer X. Uiteraard was Baas (directe leidinggevende) op de hoogte van mijn wensen en van mijn acties. Op 21 juni had ik nog niets gehoord van meneer X. Ik waagde er een mailtje aan. "Jaja, je verzoek is ingediend. Relax, het is vakantietijd, ook bij de outplacementbureau's. Mevrouw Y. Van P&O zou onze locatie op 3 juli met een bezoek vereren. Ik mailde haar: Zeg mevrouw Y, als je toch hier bent, heb je dan tijd om even met mij te praten over mijn werkgerelateerde toekomst? Jazeker had ze dat. Mooi man! We spraken elkaar op 7 juli. Een prettige dame, een goed gesprek. In dat gesprek gaf ze dus aan te vinden dat ik die nauwe blik had. Ok, maar ik had mij dus al aangemeld bij meneer X. Maar ik had nog niets gehoord. Ben ik te ongedurig, of duurt het best wel lang? Ze was het met me eens dat het best wel lang duurde. Want vakantieperiode of niet, dat outplacementbureau is bij ons in dienst, en moet maar eens laten zien wat ze in huis heeft. We sprake af dat ik het een kans zou geven tot de week voor mijn vakantie, en dan verdere actie zou ondernemen. Prima.

Het werd 21 juli. Een maandag. En omdat het nu eenmaal de week voor mijn vakantie was, was de eerste actie van de dag een mailtje sturen naar meneer X. Waarop ik bijna per omgaande antwoord kreeg: ik het je mail doorgestuurd naar het outplacementbureau. Tja. Had je dat al niet eerder gedaan, meneer X? Maar goed, ik ben niet de beroerdste. Maar sprak wel met mezelf af dat ik tot donderdag 24 juli zou wachten. Als ik dan nog niets had gehoord, zou ik zélf contact gaan opnemen met het outplacementbureau.

Donderdag 24 juli: ik had nog niets gehoord. Dus ik zoek het algemene nummer van het outplacementbureau. "Dag mevrouw.  Wat is uw sofinummer? Oh, dat kan ik niet vinden in het systeem. Wat is uw naam? Nee, die komt ook niet voor in ons systeem. Uw mailadres? Nee, ook niet. Met stoom uit mijn oren geef ik mijn mobiele nummer, met de belofte van de -overigens aardige- dame dat ik die zelfde dag nog gebeld zou worden. Wat ook is gebeurd, maar jammer genoeg was ik toen in de auto op weg naar huis om mijn bijnavakantie, nog maar een half dagje te vieren, en niet bereikbaar. De volgende ochtend heb ik terug gebeld, en een afspraak gemaakt. Die afspraak was afgelopen vrijdagochtend. Want ja, hee, ik heb eerst vakantie en ik het eigenlijk he-le-maal geen zin om alleen al de naam van de stichting in mijn gedachten te laten binnen dringen tijdens deze vrije weken, laat staan hem ook nog uitspreken.

Het was een zeer, zéér inspirerend gesprek. De dame in kwestie en ik hadden een absolute klik. Wat een leuk wijf was dat. Gaande het gesprek kwamen we er achter dat we in hetzelfde Dorp wonen, wat zeg ik? Hemelsbreed nog geen kilometer van elkaar. We komen uit hetzelfde bouwjaar, dat schept ook een band. Haar verslag was prettig om te lezen, eind van de middag. Ik citeer een gedeelte van haar conclusie:

Visie coach op doelstelling:
Kandidate heeft meerdere mogelijkheden, en kijkt ook met open vizier naar buiten de stichting, en buiten de branche. Het huppeldepupvak trekt, de opleiding wordt overwogen en er zijn gedachten richting zelfstandig ondernemerschap. De vooruitzichten in deze branche lijken positief, en de opleiding en het werk zouden mooi aansluiten op zowel haar eerder gevolgde opleidingen, als werkervaring, interesses en persoonlijkheid. Ik adviseer haar dan ook van harte om deze wens nader te onderzoeken, en erover met werkgever in gesprek te gaan om te zien of er mogelijkheden zijn om werkgever te laten participeren in een nieuwe toekomst, als deze niet binnen De Stichting meer ligt.

En aan het eind van het gesprek zei ze: " Misschien is mijn baan niet jouw droombaan. Maar ik zou je willen aanraden om onze vacatures in de gaten te houden. Want ik geef je een goede kans dat je hier ook uitstekend zou kunnen werken. Voeg me toe op LinkedIn, dan heb je alvast een connectie. En weet je? Daarvan kreeg ik gewoon tranen in mijn ogen. Echt.

Soms ist leven zo kleute. Maar soms ist leven ook zo mooi.

Maar wel jammer dat zij bij De Stichting mij niet direct konden volgen in mijn ideeën. Wordt vervolgd. Hoop ik.



zondag 17 augustus 2014

Vandaag

Buiten mijn raam
Waait het behoorlijk. Het is woest weer. En hoewel het wel droog is, vind ik het weer om binnen te blijven. Met alle drie de liefste mannen in mijn leven onder handbereik. Allemaal in de Lazy SundayAfternoon-modus met bijbehorende kledingvoorschriften. Ik ben sloom & loom, en een heel klein beetje verdrietig dat de vakantie voorbij is. Dus dat mag best.

Ik denk
steeds dat ik 'Later Als Ik Groot Ben'eindelijk wel een keer bereikt heb. Maar telkens weer kom ik dingen tegen waar ik geen raad mee weet. En besef ik: Hoe wijzer ik word, hoe meer ik besef hoe weinig ik eigenlijk weet. (Ja, soms gaat het diep)Soms word je enorm teleurgesteld door mensen, ik weet het wel, maar toch raakt het me steeds weer. En als je bloedje van kindje daar ook door geraakt wordt en er een hoop tranen en snot bij komen kijken, is dat niet ok. 


Ik ben dankbaar
dat wij allen nog steeds gezond van lijf en leden zijn. 
En dat ik het komende half jaar nog werk heb. Want daarna ist voorbij. Tenminste, deze baan dan. 
En dat ik het lef heb gehad om eindelijk weer iets sport-achtigs op te pakken. Het is buiten en het is niet heel erg afmattend, maar het doet wel iets, merk ik. Goed begin.


In de keuken
 is het echt 'mijn plek'. Ik kan er zo heerlijk zitten, ik voel er mij zo thuis. Neen, niet achter het fornuis, want ik ben niet gezegend met een Kook-gen. En als ik zo om me heen kijk, ishet er ook een behoorlijke bende, maar als ik met kwaad zou maken (ik zei áls) was alles in een kwartiertje weer strak.
Wel moet ik vandaag nog aan de gang om een Gezond Brood te bakken, aangezien Het Werk morgen weer aan de orde van de dag is.

Ik draag
vandaag dus mijn LazySundayAfternoonOutfit, met niets dan tricot en katoen. Wat een genot, die lange zwarte tricot rok van de Hema! Ik zou er wel in kunnen wonen denk ik.

Ik maak
niet zo veel op dit moment. Het haken aan mijn deken ligt helemaal stil, maar ga ik wel weer oppakken binnenkort. Denk ik. Ik ga straks nog wel notenmuesli en een kaas/preibrood maken. Van de week maakte ik een spagettitaart. Ik was er wat sceptisch over, maar hij is goed te hachelen. En makkelijk mee te nemen voor de lunch.

Ik ga
Vanaf morgen beginnen met de afbraak van mijn eigen functie. Ik moet 'eruit', en iemand moet het doen, dus al mijn (en mijn collega zijn) taken moeten in kaart gebracht worden en worden verdeeld onder het blijvende team. Niet leuk, maar wat moet dat moet.

Ik vraag me af
of het outplacementtraject waar ik aanstaande vrijdag mee ga starten, mij goede dingen zal brengen. Aan de ene kant bruis ik van de inspiratie van wat ik 'allemaal' voor de kost zal gaan doen als mijn functie dan echt is beëindigd, maar aan de andere kant ben ik ook een beetje huiverig. Zijn er nog banen voor mij? Ben ik al te oud? Moet ik voor mezelf beginnen? Maar hoe dan? 

Ik lees
 op dit moment vooral in een kookboek, gericht op inname van minder koolhydraten. Ja, ik loop mee met de massa. Ben altijd een beetje een meeloper geweest. Verder heb ik net De Kraamhulp van Esther Verhoef uit. Aanrader!

Ik hoop
dat ik ook na de vakantie mijn motivatie op het werk kan vasthouden. Ik weet nu ongeveer een half jaar dat ik er uit moet, en daar heb ik als ik aan het werk ben, eigenlijk geen last van. Het is meer dat ik ga malen als ik vrij ben. Ik heb een ontzettend leuke baan, en ik hoop echt dat ik het tot een goed einde kan brengen. Zonder zuur te worden, voor die tijd. Want dat zuigt. Big time.

Ik kijk uit naar
mijn volgende week vrij. Ik begin morgen na de vakantie met het plannen van een vrije week, zo ergens in september. Overuren die op moeten. En dan heb ik  nog een week verlof staan. Heerlijk. Het 
leukste van een baan hebben is dat je ook vakantie hebt! Nou ja, niet het leukste maar wel een van de fijne dingen in 't leven.

Ik leer
een aantal harde lessen, de laatste tijd. Op werkgebied, maar ook in mijn directe omgeving. Maar: zonder wrijving geen glans. Denk ik. En: het brengt andere mensen dichterbij. Wat fijn is.

Rond het huis
is er nog steeds wel e.e.a aan onderhoud toe. Maar de uit de kluiten gewassen buxushaag is verwijderd en daar komt nu een eigenst getimmerd tuinhekje. Tja. Living on the edge, wij.

Ik prakkiseer
hoe het volgend jaar verder zal verlopen. Zonder werk, en dan? Ik ben er van overtuigd dat er vast wel ergens een deur open gaat nu deze deur voor mijn neus wordt dicht geslagen, maar het ongewisse vind ik niet zo heel fijn.

Een favoriete quote voor vandaag
No guts, no glory.

Één van mijn favoriete dingen is
een lazy sunday afternoon doorbrengen met al mijn mannen om mij henen. En dan aan het eind van de dag even knallen en de hele pleurisbende aan de kant hebben. Fris en klaar voor een nieuwe week.

Een paar plannen voor de rest van de week
 -een moeilijke mail schrijven en ook versturen als het even kan
-een week vrij plannen in september
- een weekend weg boeken met een vriendin in oktober
- twee keer sporten
- op ziekenbezoek bij een vriendin die geopereerd wordt



dinsdag 21 januari 2014

Photo-Loggen, the first and final episode.

Ik zag het bij haar en bij haar. Ploggen. En ik dacht: dat is leuk! Dat ga ik ook doen. Dus ik begon vrolijk. En vergat het vervolgens. En dacht er weer aan. Maar toen was de dag al half voorbij. Nu, op een onverwachte vrije dag (op een korte videoconferentie na vanmiddag) kwam ik het half afgemaakte projectje weer tegen. Maar ik ben een sucker voor iets-wat-dagelijks-moet. Ik ben gewoon ruggegraatloos. Maar in het kader van beter iets dan niets, hier mijn dag van afgelopen zaterdag.

De dag begon heerlijk. Prachtig weer, dus alle ramen open. En, wat ook helpt bij mij, is direct in de kleren gaan. Voor ik het weet heb ik de hele ochtend verslonst als ik in mijn badjas rondlummel.
Op weg naar beneden gelijk maar even een wasje sorteren en mee nemen naar de wasmachine. Prins is aan het werk en de bloedjes liggen nog te verzuren in bed, dus heerlijk: Helemaal allenig!
Dan: Koffie. Anders lukt het niet. Sommige mensen vinden Senseo geen koffie, maar ik doe het er prima op.
Hm. Niet leuk als je je zaakjes niet opruimt voor je naar bed vertrekt. Tenminste: Niet als je 'sochtends beneden komt.
Aan de andere kant: Het is ook binnen no-time weer strak als je je een beetje kwaad maakt.
Zo met de deuren wijd open is het heerlijk om het topje van de was-ijsberg weg te werken. 
Dan: in de auto op weg naar de kringloop. In de Stad zitten er twee heel dicht bij elkaar. Handig!
In de ene was het wat het hier boven lijkt: Bende. Ze hadden zaken waar zelfs de kliko zijn neus nog voor op zou halen. Behalve deze hieronder dan. Wat een schoonheid. Maar: wat moet je er mee?
In de andere kringloop was het een ander verhaal. Heel veel ruimte, keurig uitgestald en ruim van opzet. En drúk! Jeetjemina, het leek wel of ze het weg gaven. Ik kwam Circus Weick nog tegen, maar durfde niets te zeggen; toch een beetje beroemdheden. En dit dressoir: Zacht prijsje, een verfje er over en klaar. Maar ja. Hij paste niet in mijn auto. En bovendien heb ik besloten dit jaar geen impulsaankopen te doen. Dus. Nog maar even over nadenken dan.
Ik ben met niets vertrokken. Er stond een rij van tien meter (écht!) voor de kassa, en mwah, eigenlijk had ik ook helemaal niets nodig. Wat een heerlijke constatering is dat zeg! Op weg naar huis nog even langs de autowasstraat gereden. Een lange rij, ook hier. Maar dat deert niet. Vandaag heb ik de tijd aan mijn zijde, en ik had anders die eend niet langs zien zwemmen.
Bij thuiskomt is het gezellig in de keuken. Ik hou er in ieder geval wel van als er een paar kerels zomaar langs komen voor een biertje.
Daarna gaat de muziek aan. Hard. Standje burengerucht. Maar dat deert de buren niet. Als het tenminste niet elke dag is. En dat is het niet. Maar soms moet je gewoon even lawaai maken. Amper groter dan een melkpak, maar een geluid er in om te zoenen. Als je geluid zou kúnnen zoenen tenminste.
En nee hoor. Ook vandaag weer geen culinaire hoogstandjes uit mijn keuken. Maar een allegaartje van van alles wat. 
Met die muziek is de bende al weer snel opgeruimd en gaan de kaarsjes en de wierook aan.
Uitgebreid douchen. Wat een genot.
Daarna: In pyama en badjas, koffie en even een paar zetten WF. 
We hebben vanavond NIETS op de agenda. De jongens zijn allebei op stap. Wat een heerlijkheid is dat toch. De hele avond voor ons alleen. 


Wat een heerlijke zaterdag.