woensdag 23 mei 2012

Zunne en schaa*.

Soms kan ik maar niet geloven hoe verschillend onze jongens ten opzichte van elkaar zijn. En ja hoor, natuurlijk weet ik wel dat ze geen klonen van ons zijn, dat ze hun eigen persoonlijkheidje hebben en dat soort verhalen. Ik denk dat je met opvoeding een heleboel kunt doen (of verknallen), maar ik geloof toch dat kinderen zélf al een blauwdruk zijn, die je slechts voor een klein gedeelte in kunt kleuren. Voor de rest bepalen ze zelf wel welke weg ze op gaan en hoe ze later in het leven komen te staan. Want een gedegen opvoeding in een warm nest staat nu eenmaal nooit garant voor een evenwichtig volwassene er bij, later in de maatschappij. En ja, veel kinderen wonen in een internaat of pleeggezin omdat hun ouders niet in staat waren om ze zo'n gedegen opvoeding en warm nest te geven. En natuurlijk hebben deze kinderen een grotere kans op een wat minder stabiele toekomst. Maar ze groeien echt niet allemaal voor galg en rad op, ik ken er een heleboel die 'gekozen' hebben om aan de goede kant van de samenleving te gaan staan. Helaas ken ik er ook een flink aantal  die niet bij machte waren om dat te doen. Maar ik ken ook mensen die een prima jeugd hebben gehad en toch niet 'op het rechte pad' zijn gebleven.

Hier, in de zee van testosteron waar ik elke dag door heen waad, waar het dak soms bijna van het huis knalt, de sponningen hier en daar wat verwrongen zijn en waar soms harde en rake woorden vallen, vraag ik mij soms wanhopig af of we het allemaal wel goed doen, Prins en ik. Want het woord 'Puberperikelen' dekt de lading allang niet meer. 'Duizend bommen en granaten' komt dichter in de buurt. En ja hoor, ik weet dat het allemaal weer over gaat. Ik weet dat pubers zelf in de eerste plaats het meeste last hebben van hun gemoedstoestanden. Ik weet dat je 'in gesprek' moet blijven met elkaar. Ik weet dat je 'respect' op de eerste plaats moet houden.

Ik heb jaren met pubers gewerkt. Pubers die géén warm nest hadden. Pubers die door hun eigen moeder op hun 16e 'weer eens' opgezocht werden, na jaren stilte, en die vervolgens door die zelfde moeder na een aantal weken weer net zo hard keihard in de steek werden gelaten ("Je was eigenlijk ook maar een neukfoutje"). Bijna-pubers (12 jaar) die onder toezicht gesteld moesten worden, maar waarvan de moeder zelfs niet de moeite nam om voor de rechter te verschijnen, al was het maar voor de steun voor het kind. Pubers die nooit op verlof konden, gewoon omdat ze geen plek hadden om naar toe te gaan. Die zelfs met kerst achterbleven, terwijl de rest van de groep naar hun (pleeg-)gezin ging. Pubers die -zo zei hun vader- welkom waren om op weekendverlof te komen, maar die in die weekenden ondertussen met die zelfde vader onder de brug in een middelgrote plaats moesten slapen. Pubers die door het lint gingen vanwege problematische familierelaties, daar door in de afzondering terecht kwamen en met het elastiek van hun onderbroek probeerden zichzelf te wurgen. (In tien minuten kom je een heel eind) Hechtingsproblematiek, persoonlijkheidsstoornissen, antisociaal gedrag en verwrongen seksualiteitsbeleving all over the place. I've seen it all. Na vijf jaar in dit werk, kwam de leeftijd van mijn eigen kinderen te dicht bij de leeftijd van de kinderen in de internaten. Ik kon het niet zo goed meer scheiden en mijn gevoel ging te veel meespelen. Van medeleven is nog nooit iemand slechter geworden, maar ik kon mijn professionaliteit niet meer garanderen. Gelukkig was er nog een hele wereld voor mij te ontdekken in de gehandicaptenzorg. Waarmee ik maar wil zeggen: Ik weet best iets van kinderen af.

Maar ja.

Hoe gek ik ook met de kinderen was, het waren niet mijn kinderen. Niets, he-le-maal niets heb ik aan mijn ervaring in de jeugdzorg. Ik heb er eerder last van, lijkt het wel. Ik moet zeggen: Pubers in huis is nooit saai. Geen dag is hetzelfde, geen dag gaat rimpelloos voorbij. En er mág gepuberd worden hier in huis, heus en echt waar. Maar hallo. Ik ben ook maar een mens. Met gevoel. En met chagrijn. En met een kort lontje op zijn tijd. En met fouten vooral; véél fouten. Ik doe ook maar wat, ik klooi maar wat aan. Ik probeer de jongens een warme, stabiele jeugd te geven. Helaas is dat stabiele niet altijd mogelijk. En gelukkig ook maar, want dan is het wel een hard gelag in de Echte Wereld, straks.

Maar ik ken bijna geen twee mensen die zóveel van elkaar verschillen als Oudste en Jongste. Het was wat handiger geweest als ze wat meer van elkaar hadden. Waar Oudste de getapte jongen lijkt, altijd in voor een praatje of gebbetje, vlotte babbel en ogenschijnlijk Solid as a Rock, is Jongste wat meer op zichzelf, graag thuis, de kat wat meer uit de boom kijkend. Maar de binnenwerelden van deze twee manspersonen zijn juist omgekeerd van wat je zou verwachten van hun uiterlijke verschijning en hun gedrag in het openbaar. Jongste blaakt van het zelfvertrouwen, krijgt maar niet genoeg van opscheppen hoe goed hij wel niet is tijdens zijn cross-belevenissen of hoe hij in zijn eentje op zijn zelf bijeen gespaarde racefietsje de Dorpse Berg bedwong, en daar bij fluitend een groepje volwassen wielrenners passeerde. (en toch zo gewóón gebleven, je begrijpt het niet) Oudste vindt grote groepen eng. Hij stapt er wel in, gaat er wel op af, maar met knikkende knietjes, die niemand ziet. Hij draagt veel op zijn schouders, hij vindt zich zelf niet zo bijzonder, of erger: Hij vindt zichzelf bij tijd en wijle niets waard. Hij is onzeker en weet soms niet waar hij het zoeken moet. Die onzekerheid verbergt hij achter een enorm grote mond tegen zijn ouders en grappen en grollen met mensen die hij kent. Hij kan erg slecht omgaan met alles wat wel eens op kritiek zou kúnnen lijken.

En allebei zijn het hartstikke lieve en leuke jongens. Soms kunnen ze dat bijzonder goed verbergen, maar onder al die poses, vooruitgestoken borsten (met haar), donderwolken, schoenmaatjes 41 en 43, pukkels, scheldkanonnades en -soms- enórme zweetwalmen zitten MIJN kindjes. Mijn bloedjes. Mijn allesies. De twee mensen waarvoor ik mijn leven zou willen geven. Bóven alles wil ik dat zij gelukkig zijn en blijven.

Maar hee, ondertussen ben ik er zelf natuurlijk ook nog. Wij zijn geen Bona-gezin. Bij ons gaat er regelmatig eentje langs het randje, zowel de jongens als Prins of ik. Geen harmonieuze avondmaaltijden elke avond (heus wel eens een keertje wèl, hoor.) Maar niets menselijks is ons vreemd. En hoe het soms ook knalt hier, hoe wanhopig ik mij soms ook voel. Ik Ben Trots Op Ons. Op ons alle vier.


En nu maar hopen dat onze geplande barbecue vanavond zonder al te veel kneuzingen of bloedvergieten
verloopt.

* Zon en schaduw

zondag 20 mei 2012

Weekly instagram

 Na twee weken afwezigheid, ben ik terug. 
Mijn week weken gezien door het oog van mijn Galaxy. Een idee van Mireille.

 Een feestje waar je iedereen kent, is een leuk feestje!

Oudste kreeg een artistieke inval op ons feestje.
Daarnaast maakte hij zo'n triljoen gekkebekkenfoto's met zijn nichten. 

 En zette hij zijn moeder op haar allervoordeligst op de foto.
Met d'r tasje op schoot.
Maar wél met een hip jurkje aan. (tafelkleed, volgens Jongste)

 Het begint er een beetje op te lijken.
But we need a little more sun!

 Seks op de keukentafel.
Is er een mooiere manier om te eindigen?

 Mijn bij-baantje. Heel alleen op een saai kantoortje,
in een leeg gebouw. Op vrijdagavond, ook nog. Remy in het kwadraat. 
 Het uitzicht is ook niet echt opbeurend..

 Is er een beter plek om je cross-laarzen te poetsen 
dan op de glazen tafel buiten? Nee!

 Michelin-armpjes.

De Neef van Eef plukt Madeliefjes.

 De prinses-van-het-bal-jurk.

Wat is er fijner dan een avondwandeling met Prins op een slome zondag?
Niets! (nou ja, bijna niets)

 Even, héél even, leek het of in de verte ons huis in de fik stond.
Het was slechts de zon. Gelukkig.

De rekening van een (ander) feestje. Handgeschreven door de plaatselijke slijter.
Ik vond 'm geweldig.

Het dorp stond afgelopen dagen in het teken van een openluchtvoorstelling 
van alle toneelverenigingen samen.
Thema: Jaren Vijftig. Leuk!

zaterdag 19 mei 2012

Mindfuck

Ik ben natuurlijk een vrouw van de wereld. Ik heb het goed voor elkaar. Een leuke vent, lieve kindjes, een mooi huis, een prettige baan, voldoende inkomen, een goede gezondheid en fijne mensen om me heen. What else do I need?!

Maar soms, heel soms, word ik overvallen door het "Is-dit-alles?"-gevoel. Niet zo vaak, gelukkig, want ik word er niet vrolijk van. Het is niet zo zeer dat ik méér wil, of zo. Maar soms komt het me allemaal zo nutteloos voor. (ai, dit klinkt wel heel depri)

Ik zag het DWDD-college door Professor Robert Dijkgraaf. Over het ontstaan van het universum. [klik] Stof tot nadenken, wat je er ook van vindt. Dat geldt ook voor de film What the bleep do we know? [klik] die ik een paar jaar geleden zag. En als ik dan kijk naar mezelf, hier zittend in het zonnetje, op een stoel, in mijn tuin, in Het Dorp, in Twente, in Nederland, in de Benelux, in Europa, in de wereld, op Aarde, in de Melkweg. Tja. Ik draaf door, ik weet het. Maar dat heb ik gewoon soms.. :-)

Als ik alles dan weer terug breng naar mezelf, naar het Ik, het Zijn, dan denk ik: why should I? Waarom maak ik mij druk over wát dan ook? Want dáár is het bijna altijd om begonnen. Soms heb ik de neiging om mezelf te serieus te nemen. En da's nie goed nie. Ik moet zeggen: het relativeert enorm om even helemaal uit te zoomen, en te zien wat ik daadwerkelijk bèn. En wat de mensen om mij heen dus ook zijn. Wij zijn niets. En tegelijkertijd zijn we alles. Want ik oordeel over jou, net zoals jij over mij oordeelt. En dat hoeft niet persee het stempel 'Oké' te krijgen. Dat wetende, trek ik mij daar 85 % van de tijd niets van aan; wat jij van mij vindt, is niet interessant voor mij. Maar die overige 15 % he.. Woei, die tijd is vele malen intensiever dan de overige 85% waarin ik vrijwel op de automatische piloot functioneer. En waarin ik ook wel diep doordenk over zaken, maar waar het relativeringsvermogen regeert. Wat fijn is. En wat mij maakt tot een dame waarmee niet valt te spotten, die graag haar mening doordrukt de discussie aangaat, precaire kwesties bespreekbaar maakt, en ja, ook oordeelt over mensen. Met name de mensen die een slachtofferrol aannemen, terwijl ze eigenlijk geen slachtoffer zijn. Vind ik dan he. En mijn mening is de waarheid. Op sommige momenten dan. En ja hoor, ik kan zeer goed alle kanten van de zaak bekijken, en dat doe ik dan ook. Maar alles is wel gekleurd door mijn mening. Gemauw, daar kan ik niet zo goed tegen. Heft in eigen handen, schouders eronder, en tieten vooruit. Dat is hoe ik een groot deel van de tijd ben en dat is ook hoe de meeste mensen mij zien.

Maar oeh.

Soms word ik ingehaald door mijn zelfgeschapen minderwaardigheidscomplex. Dan haalt de tijd mij in, en denk ik: Ik ben stom. Mijn haar zit raar. Waarom zeg ik dat? Waarom zeg ik dat niet? Wat ben ik eigenlijk lelijk. Wat heb ik rare voeten. Enzovoort enzovoort. En etcetera ook nog. Hoe dom. En hoe jammer ook. Want het brengt me niets. Ik dacht altijd, later. Later als ik groot ben, dan weet ik alles en dan gaat alles vanzelf. Nu ik groot ben, weet ik dat dat niet zo is. En dat dat goed is. Want: als je alles weet, dan kun je je ogen sluiten. Maar in die 15% van de tijd waarin zaken even niet zo lekker gaan, en ik op het Dorpsplein sta te schutteren, tussen mensen die ik al plus tien jaar ken, te midden van allemaal bekende gezichten en ik me erg bewust van mezelf ben. Ja, dan denk ik: life sucks! Wat nergens op slaat, want het leven is mooi. Mooi in al zijn facetten. En -gelukkig-: niemand die het ziet. Want ja, omdat ik soms wat rechtlijnig kan overkomen, heb ik -onbewust- het imago van ongenaakbaar aangemeten. Waarin ik mijn kin hef, en wat superieur (denk ik) om mij heen kan kijken. Wat in feite niets meer is dan een pose. Want onder dat masker staat een klein meisje die zingt: See me, feel me, touch me, heal me. [The Who]. Is het niet sneu? Ja, dat is het.

Maar toch. Ik ben -in the long run- wel blij met wie ik ben. Met al zijn ingewikkeldheden. Diepe dalen, maar daartegenover staan hoge toppen.

Zo. En nu is Oudste net gearriveerd van het voetbalveld, en gaan we samen boodschappen doen om daarna samen te gaan koken. Wat een unicum is. Prins en Jongste zijn het hele weekend naar de cross, en dus gaan Oudste en ik beiden ons eigen gang, en lassen we wat quality-time in. Een paar uurtjes samen, waarin we elkaar ontmoeten, en daarna weer ieder ons weegs gaan. wat goed is. Hij aan de boemel, en ik zal eens aan de was beginnen die het hele weekend al ligt te krijsen dat ie opgevouwen en weggeruimd wil worden. Waarna ik misschien -misschien- zelfs nog wel ga opruimen in huis.En als dat klaar is, dan is het wel middernacht.

In het Hier En Nu is't altijd wel goed toeven.


maandag 7 mei 2012

Home sweet home

Home sweet home is een initiatief van Barbaramama.



Een kleurrijk geheel op de keukentafel: Kadootjes voor Het Nichtje, die morgen alweer 1 jaar wordt. En kaartjes die we zaterdag kregen op ons trouwfeestje. Wat een heerlijke avond was, zo met al onze geliefden om ons heen. Een groot warm bad, dat was't..! 

zaterdag 5 mei 2012

Hoe 't was, hoe 't is.

Het verschil tussen voor de eerste keer of voor de tweede keer trouwen is in ons geval [...] redelijk groot. De eerste keer, afgelopen zondag alweer achttien jaar geleden (wat! 18!!) waren we om te beginnen nog ontzettende piepkuukn's. Wisten wij veel. We dáchten dat we alles al wisten, maar euhm, dat was dus niet zo. Niet dat ik nu denk dat ik de wijsheid in pacht heb, want als ik één ding heb geleerd in die afgelopen achttien jaar is wel dat ik van alle wijsheid die er is, ik een niet met het blote oog waarneembaar deel daarvan bezit. En dat is ok.

Verder was het toen zo dat we een echt ouderwetse Twentse bruiloft gaven, met alle toeters en bellen en de hele santenkraam d'rop en d'ran. Een grote bruidstaart, een grote jurk (vooral gróót was ie, nu ik de foto's terug zie, haha) glossy uitnodigingen, een bruidsmeisje, tientallen dag-gasten, een paar honderd avondgasten, een grote band, een grote zaal en niet te vergeten: ik droeg something old, something new, something borrowed en something blue.(braak)

We hadden allebei onze vaders als één van de getuigen, maar meer omdat de moeders dat zo graag wilden. We hadden een vrijgezellendag, ik kocht met de moeders en zussen/ vriendinnen de jurk én we gingen op huwelijksreis naar Ibiza.We sliepen de avond ervoor bij onze ouders, de buren maakten een boog aan de voordeur, zowel bij ons eigen huis als bij dat van mijn ouders. Prins haalde mij op, ik ruiste van de trap af (wat trouwens nog levensgevaarlijk was met die enorme jurk), we hadden een fotoshoot, terwijl onze dag-gasten al een bodempje legden voor de rest van de dag. We werden toegezongen of gesproken door meerdere groepen: collega's van mij, collega's van Prins, mijn oude buurtjes, onze nieuwe buurtjes, de F-jes van de voetbal die Prins toen trainde, de familie, het ganse voetbal-elftal van Prins, er werd een lied gezongen door een kameraad van Prins... Nu ik er over nadenk: Alleen Het Alfabet ontbrak. Het was een prachtige dag, hou me ten goede. Maar nu, nu doen we het heel anders allemaal.

Om te beginnen hadden we zo'n twintig dag-gasten. Of dag... Gasten-voor-twee-uur eigenlijk meer. Sommigen moesten bij nacht en ontij uit bed om er bij te kunnen zijn, want maandagochtend om 9 uur is doorgaans niet echt een tijdstip dat je rised en shining aan je dag begint. Na de ceremonie (die nog geen kwartier duurde) was er koffie met een taartje bij ons thuis, en dat was dat. Onze getuigen kozen we zélf, met heel ons hart. Voor mij was dat mijn eerste getuige van achttien jaar geleden, voor Prins zijn kameraad vanaf de lagere school.

Vandaag, op Bevrijdingsdag geven we een feestje, bijna tien weken na dato. De uitnodigingen kostten bij elkaar zo'n € 15,-. (inclusief porto) en een paar uurtjes werk (maken en rondbrengen, op de fiets). Mijn jurk bestelde ik online. En die jurk is verre van groot (als in: Pompeus of zoiets. Hij is helaas wel een máátje of twee groter dan toen) Mijn schoenen kocht ik gisteren nog snel even bij Schuurman. Prins zijn goeiste spijkerbroek zit nu in de was, omdat hij hem net nog aan had, en ik er soep van kon koken. (ik hoop maar dat ik hem schoon krijg). Zijn beste overhemd heb ik van de week al gestreken. schoenen: Nergens voor nodig, vond ie, zijn 'goede schoenen'volstaan prima. Niets geen ceremoniële inkopen dus. Morgen hebben we geen dag-gasten, want we doen niets overdag. Ja, de boodschappen. Die wel. Maar dat telt niet. En ja, ik wip ook even binnen bij de kapper. Verder neem ik zelf de kwast ter hand, en denk ik dat het een afhaalchineesje wordt. Er is geen band. De café-eigenaar wil vast nu en dan de tafels opzij schuiven en de muziek iets harder zetten.  Een vrijgezellendag hebben we niet gehad, omdat bijna niemand wist dat we die dag trouwden. (Wél een ontbijtservice, the day after, van lieve vriendjes en vriendinnetjes) We hebben uitgenodigd wie we er graag bij willen hebben, en dat is niet meer dan een mannetje of tachtig. Ik verwacht geen stukjes, sketches of liederen. Gewoon, lekker samen zijn en een borrel drinken op het leven.

En, het belangrijkste is: we maken herinneringen met de kinderen. Zo leuk & fijn dat die er nu bij zijn, en dat ze het zich zullen herinneren (of ze het nu een sáái feest vinden, of niet).

Ik wens u allen een fijne bevrijdingsdag toe!


dinsdag 1 mei 2012

Wat heb je nu geleerd, Spelende Vrouw?

Jahaa. Het was een enorm succes, die lurkdag. Maar, maakt niet uit, ik zal niet bij Pauw en Witteman ten tonele te hoeven verschijnen, of honderden boeken moeten signeren, en dat geeft ook een rustig gevoel. Ik heb in ieder geval geleerd dat ik niet moet vissen. Bedankt voor deze wijze les!

Wat heb ik nog meer geleerd deze afgelopen week?
Ik heb geleerd dat:
- Ik niet moet zeuren over leren en alles wat daar mee te maken heeft (of zou kúnnen hebben) tegen een examenkandidaat.
- Ik moet niet 'gezellig met Oudste en zijn vriendje gaan zitten kletsen'. Niet dat dat niet leuk was, maar het voelt ineens zo naar aan als het vriendje weer weg is en Oudste weer in zijn gewone doen is. Standje examenvrees, dus.
- Ik moet niet denken dat ik een dag nadat ik samen met Oudste heb opgepast zonder bloedvergieten of andere verwondingen, ook maar iets kan zeggen dat naar kritiek zou kúnnen rieken. Oudste is dan meteen drie uur het huis uit. (Tenzij ik wat qualitytime met Prins wil, maar daar heb ik in principe gelegenheid genoeg voor)
- Ik moet niet denken dat ik goed ben met apparaten, want dat ben ik niet. Beeld-telefoons die tot op dat moment prima functioneerden, slaan op hol. Zelfs hele benzinepompen slaan lam onder mijn handen. (Alsmede laptops, mobiele telefoons en strijkijzers)
- Wat voor mij logisch is, hoeft niet per definitie ook zo te zijn voor mijn teamgenoten. Dus moet ik wat meer geduld aan den dag leggen om dat duidelijk te maken.
- Ik moet -als ik een feestje geef- driedubbel keer checken of ik écht niémand ben vergeten. anders kom ik daar zes dagen voor die tijd (= gisteren) pas achter, en dat is niet leuk. Voor geen van de partijen.
- Ik moet niet dromen over mijn werk. (ik zocht een mail die ik van een teamlid ontving, maar die dus helemaal nooit bestaan heeft.) Het schendt mijn geloofwaardigheid.
- Ik moet niet een dikke dut gaan doen aan het begin van de avond. Het garandeert een stuk of 5 keer wakker worden in de nacht die volgt.
- Ik moet niet overmoedig na 'Superlasser' denken dat ik een spelletje Wordfeud wel eventjes zal spelen met medebloggers. Ik word finaal onderuit gehaald. (En ze lijken nog wel zo áárdig, die dames...)
- Ik moet niet denken dat ik 'even' een simpel grijs vestje + schoenen kan scoren als ik ga winkelen. Simpel was wel heel simpel ("Wij noemen dat basic", zei de vekoper) en niet simpel was too much bij mijn hippe jurk. Nou ja, dan maar gewoon online mijn vestje besteld bij mijn favoriete web-grutter. En die schoenen koop ik donderdag wel even. Alleen. (hoop ik)
- Ik hoef mij niet te schamen dat ik -voor het eerst in mijn leven, maar echt- figuurcorrigerend ondergoed heb aangeschaft. Dat zei de Hema-dame tenminste: één van de meest verkochte artikelen. (En ik hoef onze gasten zaterdag niet bloot te stellen aan mijn Lillende Vleesch.) Want tricot kleedt nu niet bepaald af.

Ging er dan helemaal niets goed deze week..? Ja hoor, heel veel zelfs. Maar daar over misschien later meer. Voor nu wel weer even genoeg geraaskal.