zondag 7 februari 2010

Jetlag na het winkelen

Verrast stapte ik een paar zondagen terug bij mijn teerbeminde schoonouders binnen. Zij hadden overal nieuwe rolgordijntjes hangen, zag er fris en fleurig uit! (Nou ja, overal is wel een beetje overdreven, alleen voor de ramen, natuurlijk. Voor de keukenkastjes of voor het toilet bijvoorbeeld zou wel heel onhandig zijn. Ze hadden ze zelfs alleen voor de achterramen, nu ik er over nadenk.) In ieder geval: Ik vond mooi! Kwamen ze met een mededeling waar ik blij van word: Vette opruiming bij de Praxis. Opruiming in de vorm van 75% korting op de rolgordijntjes! Ik kan nog wel een paar rolgordijntjes gebruiken voor de openslaande keukendeuren. Maar ik dacht bij mezelf: Ik zal wel weer te laat zijn, dus laat maar zitten.
In Het Dorp hebben wij namelijk geen Praxis, neen. Ook geen Gamma, Karwei or what so ever. Wel een Fixet, maar daar is het ook niet echt Verdwalen, of zo.

Het toeval stuurde mij een paar dagen daarna, na een vroeg dienstje langs de Praxis Megastore in Grote Stad. Over verdwalen gesproken: voor een boerendeerne als ik is het met grote ogen rondlopen en je vergapen. Ja, ook in een bouwmarkt kun je je vergapen, als je niet zoveel gewend bent. Het was even zoeken, maar uiteindelijk vond ik dan de afdeling rolgordijnen en aanverwante zaken. Verwilderd keek ik om mij heen. Okee, er hing niet zo heel veel meer, maar twee gordijntjes voor de kekke keuken moeten toch nog wel te vinden zijn. Toen ik er over nadacht, kon ik ook nog wel een rolgordijntje voor de badkamer gebruiken. En de jongens gaan van het weekend van kamer ruilen, en een PSV-gordijn op de kamer van een Feyenoord-fan is natuurlijk vloeken in de kerk. Dat zie ik –als Voetbalmelaatse- zelfs in. Trouwens: Een rolgordijn in de kamer is ook niet verkeerd, aangezien Prins op ’t Witte Paard en ik al vijf jaar lang in discussie zijn over het rendement van de centrale verwarming achter een stel velourse gordijnen.

Drie kwartier verloor ik mij in de wereld van Het Rolgordijn. De jaloezieën waren ook in de aanbieding, maar die vind ik lillek, dus de keus werd gelukkig al minder. Ik kan namelijk over het algemeen niet zo goed omgaan met te veel keus. Zelfs als ik zoiets simpels als een spijkerbroek ga kopen, word ik overweldigd door het aanbod: Slimfit, Drainpipe, Straight, Baggy, Hoge taille, Flair Pipe, Sigarettenpijp, Wortelbroek of Bootcut, zeg het maar eens.

Maar goed, ik dwaal af. Hoewel het van rolgordijntje naar spijkerbroek een kleine stap is, natuurlijk.

Toen ik mij naar de kassa begaf, met onder mijn arm maar liefst zeven rolgordijnen, variërend van 60 tot 160 cm breed, had ik een enorme grijns op mijn gezicht. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dit er ietwat hysterisch uit kan zien, voor de oplettende voorbijganger. Maar goed, ik was helemaal gefocust op mijn fantastische aankopen, dus ik trok mij van omstanders niets aan. Wel ontwaarde ik in mijn linker ooghoek een Man In Pak met zo’n V-tje op zijn torso, die mij volgde naar de kassa, en zich posteerde op kwart voor negen, links achter mij dus.

Blij vernam ik de totale schade van de caissière: € 68,48! Voor zeven rolgordijnen! Dat is minder dan een tientje per stuk! Dat is een goede koop. De grijns scheurde bijkans mijn gezicht door midden. Tot ik mijn portemonnee trok. En ontdekte dat ik mijn pinpas niet bij mij had. Ik herhaal: Ik heb de koop van het jaar, en ik-heb-mijn-pinpas-niet-bij-mij. Ik lachte lief naar de caissière, die er inmiddels wat minder toeschietelijk uit zag, en giechelde: “Oh. Hihi. Ik heb mijn pinpas niet bij mij.Hihi.” Ik had wel wat ik noem mijn zakgeldpasje bij mij, maar, omdat ik een gat in mijn hand heb (zeg maar gerust: Geen hand heb), staat daar doorgaans niet zo heul lang iets op. Hooguit 1 dag. En dan ist alweer op. Voor de vorm trok ik dit pasje door het sleufje. “Maximum bereikt, betaal anders”, meldde het automaatje mij onverbiddelijk. Ik legde € 20,- cash op de balie, en probeerde het nogmaals. Helaas. Nog steeds de mededeling “Maximum bereikt, betaal anders” Anders? Anders? Hoe dan? Een dansje doen? Een liedje zingen? Streaken? Een fractie van een nanoseconde voelde ik een waanzinnige & woeste bui op komen. Het zal mij toch zeker getverdegetver, gossiemijntje, jemineetje niet overkomen dat ik de koop van het jaar mis ging lopen?! Nondeju, dat zou wel een zeperd zijn zeg!

Maar, zelfs ik heb wat geleerd in de afgelopen jaren en besloot niet te verblikken of te verblozen. (Alsof dat een keuze is). Ik zei wel: “Oh jeetje, ik schaam mij diep”. Maar dit was natuurlijk maar een holle frase. Snel overwoog ik mijn mogelijkheden.
1. Terug naar het werk en daar een greep doen in de kas van de baas.
2. Terug naar het werk en daar bij collega’s gaan bedelen
3. Prins op het Witte Paard bellen en hem verzoeken om in zijn zuurverdiende lunchpauze via internetbankieren geld naar mijn zakgeldrekening over te maken en het dan nogmaals proberen. (Ja, hee: hij zou er toch ook voordeel van hebben, of niet soms?)
Mogelijkheden 1 & 2 vielen vrijwel direct af, omdat er in de zorg geen droog brood te verdienen is, en zelfs de baas geen kas heeft, of in ieder geval weet ik niet waar deze zich bevindt. Maar nu ik er verder over nadacht, was mogelijkheid 3 al helemaal geen optie, omdat Prins Op ’t Witte Paard helemaal geen tijd had voor een lunchpauze op zich, omdat hij een afspraak had bij de mondhygiëniste. Over drie kwartier, om precies te zijn. Waarvoor hij toch echt de auto nodig had. Die op de parkeerplaats bij de Praxis in Enschede stond. Een snelle rekensom leerde mij dat ik ongeveer drie kwartier de tijd had om een uur in te proppen.

En op dat moment, beste mensen, bleek dat ik in al die jaren toch wel wat geleerd heb. Ik bleef volkomen koelbloedig. Niet alleen koelbloedig aan de buitenkant, neen, ook inwendig bleef ik kalm en onverschrokken. Dit koopje ging ik niet aan mijn neus voorbij laten gaan! Achteruit laten leggen tot de volgende dag was volgens de caissière geen optie, daar het wel een heul goedkoop koopje was. Een paar uur dan, tja, daar ging ze schoorvoetend met de hakken in het zand mee akkoord. Niet van harte, maar dat kon mij op dat moment geen ruk schelen. Met een serene glim lach op mijn gezicht wrong ik mij door de ellenlange rij die zich achter mij had geschaard terug de winkel in, en gaf met een stralend gezicht mijn gordijntjes af aan de jongen achter de servicebalie (die er niet al te snugger uitzag) af, en gaf zonder blikken of blozen de naam van mijn collega op. Die zou mij deze dienst vast wel willen bewijzen, en deze naam is makkelijker te spellen dan mijn eigen achternaam. Snelheid was geboden, en met een vaartje van gemiddeld 150 km per uur spoedde ik mij huiswaarts. Alwaar ik mijn record verbrak: in exact 21 minuten was ik thuis. Prins stond al te springen van ’t ene been op ’t andere been, want die snapte niet waar ik bleef. Bleek dat hij mij onderweg twee keer had gebeld, maar ja, niet gemerkt hè: Prioriteit was veilig en vooral snel thuis komen, en daar had hij uiteindelijk alleen maar profijt van.

Eenmaal binnen begon de adrenaline te spuiten. Mijn volgende missie was natuurlijk om die rolgordijntjes te krijgen waar ze horen: bij mij, en daar had ik toch echt de hulp van mijn dierbare collega’s voor nodig. Ik ging op een gerieflijke stoel zitten en nam de telefoon ter hand, legde de gehele situatie uit aan collega W, die kordaat handelde en mij beloofde het helemaal voor elkaar te maken. Waarna ik mij wat vervelend voelde, omdat ik een bonnetje had meegekregen. Waarvan ik vermoedde dat W. deze wellicht zou kunnen gebruiken. Waarna ik voor de tweede maal met de arbeidsbasis telefoneerde, waar ik afsprak het te zullen faxen. Maar omdat ik niet in het bezit ben van een fax, moest dit in de plaatselijke boekhandel geschieden. Ik heb heldhaftig als ik ben, door de snijdende kou op de fiets de lange tocht ondernomen naar het bruisende centrum van Het Dorp, om in de boekwinkel te constateren dat ik het betreffende bonnetje niet bij me had. En menschen: het onwaarschijnlijke gebeurde: ik liet mij nog immer niet uit het veld slaan. Waarbij ik u er op wil wijzen dat dit alles zich afspeelde na een tweede achtereenvolgende vroege dienst. Ik bedoel: ik ben niet op mijn best als ik twee dagen achtereen ruw uit mijn slaap word gerukt op het onchristelijke tijdstip van 5.15 uur.

Nadat ik naar huis ben gefietst, en terug naar de boekwinkel, gefaxt heb, op ziekenbezoek ben geweest, gekookt, gegeten met het voltallige gezin, opgeruimd, een half-om-half afspraak om vanavond anders morgen te gaan sporten op zak, en een verlossend telefoontje van collega W. dat de gordijntjes veilig en wel bij haar in de auto lagen, moest ik dan toch de handdoek in de ring werpen. Ik kon nog net de sportafspraak voor zowel vanavond als morgen afbellen, en toen zeeg ik neer op de bank. Volkomen leeg en uitgeput. Op. De lamp ging uit en de man met de hamer kwam langs. Ik ben daar niet meer goed voor, voor vroege diensten. Voor late diensten ook niet eigenlijk, als ik eerlijk ben. Als in een droom zag ik nu en dan gezinsleden aan mij voorbij trekken, de tegenwoordigheid van geest om adequaat te reageren had ik niet meer. Die black-out duurde in totaal ongeveer anderhalf uur, en toen was ik weer helemaal het heertje. Was ik nog net op tijd om jongste een nachtzoen te gaan geven. Tjee, ben ik een keer thuis, is de hele avond versjteerd omdat ik het niet trek. Ja, mijn gezinsleven ligt enigszins op mijn gat.

Nu zit ik dus met een jetlag. Het ziet er niet naar uit dat ik de eerstkomende 3 uur mijn ogen dicht zal krijgen.

1 opmerking:

  1. Ik kom hier net even langsgeklikt via Nicolette (Hoezo Blont?) en lig in een deuk om je gordijntjesverhaal. Geen wonder dat je savonds helemaal van de wereld ging zeg, na zo'n dag vol strakke actie. Maar je hebt wel mooi voordelige gordijntjes! Hangen ze ook al net zo mooi als dat je het in de winkel voor je zag?

    Ik ga je blog in mijn feedreader zetten, je schrijft erg leuk!

    BeantwoordenVerwijderen