maandag 27 december 2010

Marijke

Vroeger was Marijke een meid die van het leven een feestje maakte. Ze heeft, na bij een bakker, slager en in een aantal andere baantjes gewerkt te hebben, haar 'ding' gevonden: De horeca. Met veel plezier staat ze achter de bar in het middelgrote dorp waar ze is opgegroeid. Ze kent iedereen bij naam, weet wat ze graag drinken en is een graag geziene gastvrouw. Ze schuimt verschillende feesten af en vindt een prachtig plekje om te wonen: Midden in het bos staat een schattig vakantiehuisje waar ze met haar twee honden met veel plezier en genoegen woont. Overdag slaapt ze uit, dan gaat ze een lange wandeling maken met de hondjes en 'savonds staat ze in de kroeg. Het leven lacht haar toe.

Ze is 36 als ze wordt getroffen door een CVA. Haar rechterarm en been kan ze niet meer bewegen en haar spraak is volledig verdwenen. Ze revalideert zich suf, maar na twee jaar is ze uitgerevalideerd; méér dan dit gaat het niet worden. Ze kan haar rechterhand alleen ter ondersteuning inzetten en haar been kan ze gebruiken om zich voort te bewegen in haar rolstoel, heeft een kleine stafunctie, maar zonder rolstoel kan ze niet. In haar hoofd is ze nog dezelfde Marijke als altijd, maar omdat ze zich niet kan uitdrukken, wordt het leven er niet gemakkelijker op.

Nu is Marijke vijftig en woont al 12 jaar op deze woonlocatie. Al heel wat medewerkers heeft ze aan zich voorbij zien trekken. Ze kan haar eigen ADL verzorgen, ze heeft alleen hulp nodig bij het aantrekken van haar steunkousen. Ze is altijd vrolijk en kan een paar woorden zeggen. Als je het huis binnen komt, word je vaak begroet met een welgemeend "Há-llóóó!" van Marijke. Ze komt regelmatig met snoepjes aan de deur van de personeelskamer. Ook haar medebewoners laat ze hierin niet onbedeeld. Een gesprek met Marijke is best mogelijk, als je er maar de tijd voor neemt en gerichte vragen stelt. Wat belangrijk is, is dat je niet vergeet dat Marijke een vrouw is met prima cognitieve vermogens. Iets wat -vooral staigiares- nog wel eens vergeten. Die gaan hard tegen haar praten op een toon waarop sommige mensen tegen een kind praten. Marijke blijft gewoon vriendelijk en legt het naast zich neer. Vervlakking kan één van de zegeningen van hersenletsel zijn.

Het is tweede kerstdag, en ik sta in de wasruimte de was op te vouwen. Het komt niet vaak voor dat daar tijd voor is, maar het is ontzettend rustig. Veel bewoners zijn naar familie om kerst te vieren. Marijke komt de wasruimte binnen en houdt me gezelschap. De grote droger draait op volle toeren, dus het is een kabaal van jewelste. We ginnegappen samen wat en hebben een leuk gesprek. Ergens in het gesprek -we hebben het net over haar dagbesteding gehad, en wat ze daar allemaal doet- kijkt ze me peilend aan. Ze zegt: "Ik" en ze maakt het gebaar voor Stop. Ik vraag of ze gaat stoppen op de dag besteding. "Néé" zegt ze. "Ik" zegt ze weer, en maakt weer een stopgebaar. Ik begrijp niet goed wat ze bedoelt en vraag waar ze mee gaat stoppen. Ze zegt: "Ik" en maakt een ander gebaar die ik niet thuis kan brengen. Achteraf weet ik dat ze een kruis maakt, want daarna zegt ze: "Ik", telt op haar vingers, haalt haar schouders op, trekt haar wenkbrauwen omhoog en zegt: "Dood!" Het blijkt dat ze -na jaren nadenken en rijp beraad met haar broer en zus- een beslissing heeft genomen om een euthanasieverklaring op te stellen. Ze heeft alles al in kannen en kruiken, geregeld wat er geregeld moet worden met artsen en alles. Het enige wat haar nu nog in de weg staat is een goed moment zoeken. Ze geeft aan dat ze het nog wel een beetje eng vindt. Ook tegen het afscheid nemen ziet ze erg op. Het juiste moment is duidelijk nog niet daar. Maar het geeft haar een prettig gevoel dat ze alle touwtjes zelf in handen heeft, en dat het kan gebeuren op een moment waarop zij er klaar voor is. Ik weet niet goed wat ik hier op moet zeggen, heb niet de juiste woorden paraat en zeg dat haar ook. Ze lacht er een beetje om en gebaart dat ik niets moet zeggen tegen de mensen in het huis. Uiteraard.

Inmiddels is de was opgevouwen,en zit in de juiste wasmanden. Ik zie op de klok dat het tijd is voor het koffiemoment met 'mijn eigen' bewoners. Marijke woont op een andere afdeling dan de mijne. Marijke ziet ook de tijd en maakt aanstalten om naar haar eigen huis te gaan. Ze lacht, ik grimlach terug, en ze vertrekt. Mij een beetje beduusd achter latend. Hoe sterk moet je daar voor zijn!?

1 opmerking: