dinsdag 22 maart 2011

River deep, mountain high.

Jongste, dat is een kind van uitersten. Altijd geweest ook.
Óf hij hangt op de bank, óf hij springt, rent, vliegt, duikt, valt en staat weer op. Óf hij is himmelhoch jauchzend, óf zum tode betrübt. Óf hij is stilletjes, óf hij krijst, schreeuwt en zingt, het liefst in de keuken (lekker hol) en op een meter afstand van mij, Prins of Broer.

Vroeger, toen hij 6, 7, 8 jaar was, was hij een erg sportief kind. Dat is hij nog steeds wel, maar in iets mindere mate. Hij deed regelmatig mee aan hardloopwedstrijden, en vaak werd hij eerste, altijd zat hij bij de eerste drie. Dat is leuk, maar hij was zó gedreven en beet zich zó vast in wat hij wilde, dat ik het stiekem niet zo héél erg leuk meer vond op het laatst. Hij liep zichzelf letterlijk voorbij.
Maar goed: dat ging over. Gelukkig. Met de intrede van de puberteit, kwam ook de lamlendigheid. Het mocht wel wat minder, maar overdrijven is ook een vak. Hele middagen hing hij op de bank/ achter de pc/ voor de playstation.

Prins en ik maakten ons enige zorgen over hem. In overleg met hem, schreef ik hem in bij verschillende sites waar je postbezorger kon worden. Op een goede dag een goed bericht: Er was een wijk vrij. Nadeel: in het buitengebied. Voordeel: grote verdiensten. In de barre winter die achter ons ligt, heb ik hem verscheidene keren bijgestaan; met de auto meerijden, want best wel ver. Kilometerprijs overeengekomen, en ach, een paar uurtjes samen in de auto schept ook een band. Tot mijn grote schrik bleek de eerste keer dat ik mee ging dat dit jongentje twee keer per week een afstand moest afleggen van bijna veertig (40) kilometer. Dat is best ver, als je 13 bent. (als je 40 bent ook trouwens, maar dit terzijde) Maar: het verdiende ontzettend goed, dus dat was ook wat waard. Broerlief zag met lede ogen toe hoe bij zijn kleine broertje het geld binnenstroomde waar hij zo'n beetje vier middagen voor moest werken. Toch was het te veel. Te veel voor dat jochie, die in het begin grote moeite had met het bepalen van de route en het inzien van de logica van het postbezorgen. Tot hij het kunstje doorkreeg, en de juist energie die hij er in moest steken hem opbrak. Omdat Broerlief wilde sparen voor een Feyenoordseizoenskaart, zijn we in een familieberaad overeengekomen dat de broeders ieder de helft van de postwijk zouden doen. Jongste op dinsdag, Oudste op vrijdag. En dat bevalt iedereen zeer goed. Natuurlijk blijft het een hondenbaan, maar met het weer van bijvoorbeeld vandaag is het een stuk minder erg. Jongste hoeft nu maar eens per week, en Oudste is blij dat hij zijn kas kan spekken.

Jongste is al jaren hevig geinteresseerd in de zogenaamde pit-bikes: een mini-crossmotortje, zeg maar. Twee vriendjes, die op de boerderie wonen, hebben er ook eentje en Jongste was er lyrisch over. Maar ja. Wij hebben geen eigen terrein. Nou ja, dat hebben we wél, maar dit terrein leent zich niet om over te crossen. Hooguit met speelgoedmotortjes. Jongste vroeg of we niet konden verhuizen naar een huis met een grote lap grond er om heen. Helaas voor hem lag dat niet binnen onze mogelijkheden. Met zo'n pit-bike mag je niet crossen op de openbare weg. Hij zou eventueel wel naar Vriendje kunnen, maar dat is vier kilometer verderop. Hij informeerde bij Ouders van Vriendje of hij eventueel zo'n pitbike bij hen kon onderbrengen. Ouders vonden dat niet goed, en begrijpelijk: voor je het weet, staat je hele stal vol met van die dingen. Het bleef een probleem. En dan hadden we het nog niet eens over het vervoer. Hoe zou hij van ons huis naar het terrein van Vriendjes ouders kunnen komen? Hij snapte ook wel dat wij niet altijd zomaar alles uit onze handen konden laten vallen om hem te brengen en te halen.

Hij heeft de droom nooit losgelaten. Telde zijn geld, en kwam tot de conclusie dat hij best wel zo'n ding kon betalen; geld zat. Allemaal zelf verdiend, en hij wist er verder geen andere bestemming voor. Sparen? Nee hoor, waarvoor dan? Hij struinde Marktplaats af, in forums stelde hij vragen, kreeg antwoord, en het vuurtje laaide hoger en hoger op. "Hee, er staat er eentje te koop in Maastricht, kunnen we daar niet even heen rijden? Ik zie er trouwens ook eentje staan in Den Helder". Hm.

Prins en ik lieten Jongste eerst maar eens een plan maken. Stel, je hebt zo'n ding. Hoe ga je dat doen? Stalling, vervoer, onderhoud. Jongste had overal wel een oplossing voor. Prins hoorde van zo'n pitbike die te koop stond, hier twee straten verder. Op zaterdag gingen ze naar die mensen toe. Ze waren niet thuis. Op maandag tweede poging; ze gingen net weg. Dinsdag derde poging, en de koop was snel gedaan. Voor een prikkie zelfs. Jongste was eindelijk de trotse bezitter van een pitbike. Compleet met helm en handschoenen. Zelden heb ik dat joch zo gelukkig zien kijken; hij gaf bijna licht.  Vriendjes kwamen kijken en bewonderen, maar: Jongste moest nog tot zondag wachten; dan was pas de eerste gelegenheid dat hij zijn bezitkon gaan gebruiken. En dat is best lang: van dinsdag tot zondag.

Ik moet het hem nageven: hij heeft niet één keer gezeurd of hij niet even mocht crossen op het braakliggende landje tegenover ons huis. Niet één keer gezucht dat het niet eerlijk was en wat al niet meer. Hij heeft geduld uitgeoefend en wachtte gewoon tot zondag. En zondag was hij voor zijn doen vroeg uit de veren. Eind van de morgen ging hij op pad: Motortje aan de hand, Prins heeft hem geholpen met duwen hier en daar. Want: Op de openbare weg mag je dat ding niet gebruiken. Om 12 uur was hij p plaats va bestemming. Hij heeft er gecrossed tot vijf uur 'smiddags. Hij kwam moe weer thuis, maar wel met een glimlach van oor tot oor en enorme glimogen. Hij heeft er hard voor gewerkt, het pad er naar toe was niet altijd even gladjes, maar hij heeft op zijn tanden gebeten en doorgezet, geduld gehad, nagedacht over eventuele oplossingen en is gekomen waar hij wilde zijn: Hij Is Een Crosser. Een beginnende crosser, máár, hij is er eentje.

Samen met Prins sleutelt hij 'savonds aan het ding: er zijn genoeg verbeterpunten. Poetsen: minstens eens per dag.
Vriendje legde het historische moment vast: Jongste's eerste crosservaring.



Het schakelen was even lastig, maar lijkt hij nu te snappen. Ik hou mijn hart vast als hij het Vlakke Land straks zat is. Maar zo ver zijn we nog niet. Ben ik niet bang dat hij iets breekt? Ja natuurlijk wel, maar loslaten en vertrouwen schenken zijn ook belangrijke fatoren in de puberteit. En als ik zie hoe gelukkig hij er van wordt; dat is ook veel waard.
Ik toost op Jongste: Op veel plezier en weinig botbreuken..!

1 opmerking:

  1. Oh, ik heb zo'n hekel aan die dingen. Dus, dan ben ik weer blij dat ik meiden heb, die vooralsnog geen interesse (lijken te) hebben in dit soort dingen.
    Wel goed dat ie er zo z'n best voor gedaan heeft.

    BeantwoordenVerwijderen