maandag 29 november 2010

Mijmeringen

1980:

Ik ben negen jaar en zit in de tweede klas bij Juf R, de liefste juf van de hele basisschool. Ik heb geen 'beste vriendinnetjes' maar speel met wie het uitkomt, en ik zit op gym. Ik kan heel goed lezen, maar rekenen is een drama. Breien kan ik voor geen meter, maar ik moet voor handvaardigheid een soort gezichtje maken van twee vierkante groene gebreide lapjes. Dat lukt voor geen meter. Omdat het, ook na honderden aanwijzingen en even zoveel keer uithalen, echt niet lukt, mag ik een vervangende opdracht doen: een soort wandkleedje maken en ik mag daarvoor een naaimachine gebruiken. Ik maak een poppetje achter een schutting, op een grasveld. Veel effen vlakken dus, en lekker makkelijk.

Mijn broertje is drie jaar, maar ik geloof niet dat ik hem erg vertederend vind of zo, want ik heb hier eigenlijk helemaal geen herinneringen aan.

Soms speel ik met een 'gevaarlijk' jongetje uit de Achterhoven, M. Op een dag wil hij in een lantaarnpaal klimmen, en ik moet met mijn handen gevouwen voor de paal gaan staan, waarna hij op mijn handen stapt en daarna op mijn schouders. Eigenlijk wil ik dat niet, maar dat durf ik niet te zeggen. Het jongetje heeft helaas wel hondenpoep onder zijn schoenen. Ook gaan we op een dag in de schuur aan de gang. Met de zaagtafel van mijn vader zagen we een leeg pamper-pak aan flarden. Ik weet dat ik hier niet aan mag komen, maar ik wil natuurlijk wel stoer zijn, en niet zo flauw zijn om tegen hem te zeggen dat ik dat niet mag. Een wonder dat niemand iets heeft gehoord, want de zaagmachine maakt een hels kabaal. Ook een wonder trouwens dat er geen vingers verloren zijn gegaan.

1990:
Ik ben nét klaar met de Mavo, ook al ben ik negentien jaar. Wel had ik op school een grote bek en sta vooraan als er iets aan de hand is op school. Spijbelen deed ik eigenlijk nooit; heb ik slechts 1 a 2 keer gedaan tijdens mijn gehele Mavocarriere. Ik heb wat verkering met een jongen uit Het Dorp. Voor die tijd nooit van gehoord, van die plaats, maar goed. Het wordt wat meer serieus met de jongen uit Het Dorp, maar er zijn nog veel te veel andere leuke jongens en andere leuke dingen om te doen. Toch blijft de jongen uit Het Dorp hangen, op de een of andere manier. Aan het eind van het jaar nemen we een GroteMensenBesluit: we gaan samenwonen. Omdat de huurhuizen niet voor het oprapen liggen, besluiten we een huis te kópen. Wel moeten we nog van alles aan het huis doen, maar ik ben op 19jarige leeftijd de trotse mede-eigenaar van een echt huis.

Wat mijn broertje in de tijd allemaal deed: geen idee. Gewoon de dingen die alle dertienjarige jongens zo'n beetje doen, denk ik..?
2000:
Ik ben 29 jaar en heb twee kleine koters van vier en twee. Ik ben gestopt met werken bij de geboorte van de oudste. Ik ben niet gelukkig, maar kan de vinger er niet goed op leggen. Verder zijn er het jaar ervoor van allerlei vervelende dingen: mijn opa overleed, mijn moeder werd ernstig ziek, en met mijn broertje ging het ook niet helemaal zoals het gaan moet. Hij leeft met de overblijfselen en nachtmerries die hij mee terug nam uit Screbrenica, waar hij als Blauwhelm met zijn handen op zijn rug moest toekijken hoe hele volken uitgemoord werden. Hij maakt schulden en in de omgan met zijn vriendin is hij niet euh.. erg liefdevol, zeg maar.
Allemaal zaken die mij erg bezig houden, maar de jongen uit Het Dorp en ik raken elkaar kwijt in de malaise. Om mijn leven weer een beetje schwung te geven, ben ik het jaar ervoor gestart ik met de MBO-opleiding SPW. Ik ga 1 dag per week naar school. Met De Jongen uit Het Dorp en mij is het helemaal mis gelopen; we zijn kort daarvoor uit elkaar gegaan. Ik zit alleen met de kindjes in een huurhuis, moet werk zoeken en wat doe ik in godsnaam met de vakantie en de weekenden dat de jongens bij hun vader zijn?
Het blijkt dat ik het stappen nog niet ben verleerd, en in de vakantie ga ik naar Callela, waar een vriendinnetje als hostess werkt. Omdat zij nogal druk is, zo midden in de bouwvak, besluit ik zelf aan de boemel te gaan. Ik kom een leuke jongen tegen, waarbij ik een aantrekkingskracht voel, die ik nog niet eeder heb gevoeld. Ik verleg heel wat grenzen die vakantie, maar ik kijk er met plezier op terug en natuurlijk was die jongen niet meer dan een vakantie-Fata Morgana.

2010:
Ik vier voor de negende keer mijn dertigste verjaardag. Mijn kleine broertje is gelukkig met zijn vriendin, vader van een heerlijk mannetje en zo trots als een pauw. En ik ben zo trots als twee pauwen op hem.
Ik ben  klaar met mijn HBO-opleiding en kom óm in de vrije tijd, tenminste, dat gevoel heb ik. De Jongen uit Het Dorp en ik wonen alweer een heel aantal jaartjes in een leuk huis aan de rand van Het Dorp, en er gebeuren weinig schokkende dingen. Geen dieptepunten, geen hoogtepunten. Een comfortabele saaiheid, zeg maar.
Ben ik gelukkig? JA! Ik ben donders gelukkig! Ik heb twee schatjes van kindjes; beetje lastige leeftijd: je weet niet altijd goed wat je er mee moet, maar in het diepst van hun ziel (het is soms even zoeken) zijn het gewoon lieverds. Ik heb een heerlijke vent die mij op handen draagt (niet letterlijk natuurlijk, dat zou wel heel onverstandig zijn), ik heb een skitterende keuken in een heerlijk huis in een leuk Dorp. Ik heb werk, ik ben er ook nog tevreden mee en ik krijg op zijn tijd een veer in mijn kont. The mama's and the papa's leven allemaal nog in de gloria. En: meest belangrijk, wij zijn allen gezond.


Wat een rijkdom. (Hoewel, de rijkdom is nu wel een beeeeetje minder met die die allesetende monsters en de feestdagen in het vooruitzicht)

1 opmerking: